Jacoba Katadreuffe is de alleenstaande moeder van Jacob Willem Katadreuffe.
De vader van Jacob, Arend Barend Dreverhaven, is volledig uit beeld in
zijn jeugd. Jacob en zijn moeder wonen samen in Rotterdam en hebben het
financieel niet al te breed. Op een gegeven moment heeft Jacob de behoefte om
zich los te maken van zijn moeder. Hij leent geld bij de kredietbank en koopt
daarmee een sigarenwinkeltje in Den Haag. Deze bank blijkt van zijn vader te zijn,
maar dat weet hij op dat moment nog niet. Zijn moeder heeft altijd gezwegen
over zijn biologische vader. Hij gaat al snel failliet. Tijdens een gesprek
over zijn faillissement komt hij op een deurwaarderskantoor waar hij zijn
toekomst al voor zich ziet; een droomberoep als advocaat. Hij begint met
een lage functie, maar klimt al snel hoger op de carrière ladder tot hij geld
heeft voor een echte opleiding tot advocaat. Hij overtreft alle verwachtingen
mede door gedreven- en leergierigheid. Zijn vader beschouwd hem niet als zoon
en probeert hem op alle mogelijke manieren tegen te werken. Toch zet Jacob door
met zijn ijzersterke karakter en bereikt uiteindelijk zijn doel.
Jacob Katadreuffe is een held. Hij bereikt zijn doel door
een bewonderenswaardige zelfdiscipline ook al wordt hij tegengewerkt. De titel
'Karakter' wijst dan ook naar het sterke karakter van Katadreuffe. Uit het
doorzettingsvermogen van Jacob vloeien de
gebeurtenissen voort. Van een armoedige jeugd tot het
bereiken van zijn droomberoep, advocaat. Dit getuigt van ambitie en een groot
doorzettingsvermogen. Jacobs karakter houdt het boek bij elkaar: de titel van
het boek is dus erg logisch gekozen.
Het belangrijkste onderwerp in 'Karakter' is de relatie
tussen vader en zoon. Hoewel het eerst lijkt dat Dreverhaven zijn zoon op alle
mogelijke manieren in de weg zit, blijkt uiteindelijk dat hij goede bedoelingen
had. Hij had goede bedoelingen en ook Jacob komt uiteindelijk tot het besef dat
het voor zijn eigen bestwil is geweest.
De nieuwe zakelijkheid
Een typische roman voor de tijd waarin Bordewijk het
schreef. De schrijfstijl is nuchter, strak, sober en hard. Er zijn geen
overbodige woorden toegevoegd, eindeloze omschrijvingen zijn weggelaten en men
doet niet aan mooischrijven in deze tijd. De
zinnen
zijn kort: alleen
de essentie wordt vermeld en uitwijkingen zijn vaak niet te vinden. Dialogen
komen nauwelijks voor. Ook in 'Karakter' worden er weinig gesprekken gevoerd.
Vooral Jacoba en Jacob hebben nauwelijks gesprekken. Ze zeggen het liefst zo
min mogelijk. Als Katadreuffe goedkeuring over iets aan zijn moeder vraagt zegt
zij: ‘Zo’. Dat is alles. Het is erg weinig, ze had ook een heel gesprek kunnen
beginnen maar dat deed ze niet.
Ook is het gebrek aan emotie een belangrijk kenmerk dat
in dit boek voorkomt. Er wordt niet omschreven hoe een persoon zich voelt, niet
hoe de persoon iets ervaart, alleen hoe de gebeurtenis is. Het verzwijgen van
emoties blijkt onder andere uit het volgende citaat: "Hij verzweeg wat hij zijn moeder had
verteld, maar aan de vriend verteld hij wat hij zijn moeder had verzwegen."