vrijdag 19 december 2014

Een bijzondere familie

Samenvatting: http://www.shmoop.com/house-of-spirits/summary.html

Biografie Isabel Allende: http://nl.wikipedia.org/wiki/Isabel_Allende_%28schrijfster%29

Een prachtig boek waarin de familiegeschiedenis van een bijzondere familie en de geschiedenis van het land zijn verweven in één verhaal. Esteban Trueba ontgroeit dankzij zijn harde werken de armoede. Hij maakt kennis met de prachtige Rosa del Valle, waarmee hij wilt trouwen. Zijn geluk is echter van korte duur, want Rosa komt door een noodlottig ongeval om het leven. Een aantal jaren later gaat Esteban met haar kleine zusje Clara ervandoor. Clara is een intrigerend personage met bovennatuurlijke krachten die de magie in het verhaal brengt.

De simplistische schrijfstijl zorgt voor een goed begrip en daarmee een goed inlevingsvermogen in het verhaal. Deze schrijfwijze bestaat uit lange en beschrijvende zinnen, maar geeft ons de mogelijkheid om een zo gedetailleerd mogelijk beeld te vormen.
De verschillende symbolen geven een soort van tweede laag aan het verhaal. Alle namen in het boek hebben een betekenis en vormen een karakterbeschrijving van de persoon. Ferula betekent ijzersterk, en ze was inderdaad ook een ijzersterke vrouw. Daarnaast betekent Nicolas ‘armenverzorger’. Hij kwam altijd op voor de armen, net als zijn tweelingbroer Jaime, wat ‘ten diensten staan van anderen’ betekent. De symbolen zorgen voor een dromerige sfeer.

Een mindere kant van het boek is de structuur. De gebeurtenissen zijn chronologisch verteld, maar het verhaal bevat ook veel flash-backs en flashforwards. Het is van belang de aandacht bij het boek te houden. Flashforwards zoals deze: “Ze vonden ze dicht tegen elkaar aan, de jongen uitgestrekt en Blanca met haar hoofd op de buik van haar nieuwe vriendje. In diezelfde houding zouden ze, tot hun beider geluk, jaren later worden betrapt, iets waarvoor ze hun leven lang zouden moeten boeten.” (p. 108), halen enigszins de spanning uit het verhaal, omdat de lezer in de toekomst kan kijken. Het is minder makkelijk je te identificeren met een van de personen in het boek. Daarnaast wordt er een aantal keren van de alwetende verteller naar de ik-persoon, Esteban Trueba, overgestapt. Uit een aantal passages uit het boek blijkt dat Allende de bedoeling heeft gehad om Alba als de auteur van het boek naar voren te laten komen. “… het meisje Alba, zal later, in een tijd van verval en terreur, de wonderbaarlijke geschiedenis van haar familie opschrijven om, zoals ze zegt, ‘het verleden te laten herleven en mijn eigen ontzetting te overwinnen’.” Dit verklaart de flashforwards, want natuurlijk weet zij wat er in de toekomst gebeurde.

Hoewel deze structurele elementen verwarrend kunnen zijn, past deze structuur toch goed bij het verhaal. Een soort van chaotische vertelling geeft karakter aan het verhaal. Het geeft het gevoel dat je zich in het doolhofachtige huis van de familie Trueba bevindt. Tijdens het lezen, maar ook nog daarna, heb je het gevoel dat je naast de vrouwen staat. Je kijkt mee in de levens van de vier generaties en weet precies wat er gebeurd in elk punt van hun levens. Alsof je zelf hun leven hebt geleefd. Daarnaast is deze structuur niet zomaar gekozen. Het past bij het verhaal, zoals Isabel Allende hem bedoeld heeft. “Het huis met de geesten is een familiekroniek die zich vanaf het begin van de vorige eeuw over vier generaties uitstrekt tot in de jaren zeventig, toen de militaire dictatuur een einde maakte aan het socialistische bewind van Salvador Allende.”

Het boek is dan wel een realistische vertelling, maar bevat ook een aantal onnatuurlijkheden die in twijfel gebracht kunnen worden. De niet-realistische bovennatuurlijkheden zijn verweven in een realistisch en aangrijpend verhaal. Rosa en Clara zijn de meest intrigerende en merkwaardige personages uit het boek. Rosa is een oogverblindende schoonheid en Clara heeft een gave waarbij ze voorwerpen kan laten bewegen. Het realistische gehalte kan hiermee wel in twijfel worden gebracht, maar deze elementen brengen een magie aan in het boek dat het als realistisch overkomt.

Er wordt een familiegeschiedenis beschreven waarin de politieke toestand van het land is verweven. Het is een boek met vele gebeurtenissen die ervoor zorgen dat het lijkt alsof de lezer zich in het verhaal bevindt. De structuur is goed gekozen bij het verhaal en zorgt voor een goed beeld van de familie en de maatschappij. De bovennatuurlijkheden trekken het realisme van het verhaal in twijfel, maar zorgen wel voor een magische en dromerige sfeer dat maakt dat het boek zo lekker weg leest. Deze magische familiekroniek is zeker een aanrader wanneer je als lezer meegetrokken wilt worden in de geschiedenis van een bijzondere familie. 

Bronnen:

Auteur onbekend. (2014). Recensie: Het huis met de geesten, Isabel Allende. Geraadpleegd op 20 oktober. http://mustreads.nl/recensie-het-huis-met-de-geesten-isabel-allende/

Lehmann-Haupt, C. (1985). Books of the times. Geraadpleegd op 20 oktober. http://www.nytimes.com/1985/05/09/books/books-of-the-times-226293.html?&pagewanted=1

Sympathiek of niet?

Samenvatting 'Zomerhuis met zwembad': http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/76024-herman-koch-zomerhuis-met-zwembad-boekverslag.html

Biografie Herman Koch: http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Koch

"Patiënten verwarren tijd met aandacht. Ze denken dat ik ze meer aandacht geef dan andere huisartsen. Maar ik geef ze alleen maar meer tijd. Wat ik moet weten heb ik na een minuut gezien” Een cynische huisarts, Marc Schlosser, die met zijn grove gedachten een onsympathieke persoon lijkt. Maar we kunnen ons toch goed verplaatsen in de bezorgde vaderrol. Nadat Julia, de oudste dochter van Marc, misbruikt wordt, neemt het verhaal een andere wending. De kleine grens tussen goed en kwaad is een belangrijk aspect in het boek, want hoe ver mag je gaan om het voor je kind op te nemen?

Het boek begint met de beschrijving van de huisartsenpraktijk van Marc. Hij is geen doorsnee huisarts. Zijn gedachten en uitspraken zijn nogal cynisch van aard, maar hiermee is de toon van zijn karakter gelijk gezet. Het blijkt al gauw dat Schlossers patiënt, Ralph Meier, is overleden. Dit roept een aantal vragen op, maar het gevoel dat Koch bewust informatie achterhoudt, is er niet. ‘Waarom is Ralph Meier dood? Waarom maakt Judith, de weduwe van Ralph, Marc uit voor moordenaar en waarom moet Marc voor het Medisch Tuchtcollege verschijnen?’ Naast dat deze verhaaltechniek voor extra kritische spanning zorgt, brengt dit de lezer ook op het verkeerde been als we weten wat er met de dochter van Marc is gebeurd.

De gedachten van Marc lijken in eerste instantie apart en grof, maar toch is het lastig om ze tegen te spreken; “…Maar het was een andere stap om die aantrekkingskracht in de praktijk te brengen. De biologie had haar waarschuwingssystemen: bij kleine meisjes stonden alle seinen op rood. Niet doen! Afblijven! Wie toch doorgaat maakt iets kapot”. Er zullen niet veel mensen zijn die deze uitspraak tegenspreken. De nachtmerrie van iedere vader dat zijn dochter wordt misbruikt, komt voor Marc helaas uit. Tot aan het einde van het boek blijven we op één spoor. We denken te weten wie de dader is, maar de zoektocht krijgt op de laatste bladzijden een andere wending. Koch speelt met de vooroordelen van de lezer, want net als Marc heeft ook de lezer een afkeer ontwikkeld tegen Ralph. Zo weet Koch op slinkse wijze een verrassend einde aan het eind te breien. 

Het bovenstaande morele vraagstuk is niet zomaar in het boek gebracht. Een hedendaagse, morele kwestie zet de lezer aan het denken. Naast deze morele zaak, worden er vragen opgeroepen bij de beroepsethiek van Marc. Hij is anders dan andere huisartsen, maar is dit een goed gegeven? Hij verliest zichzelf in het wreken van zijn dochter. Menig ouder kan dit begrijpen, maar gaat Marc niet te ver? Dat is de centrale vraag in het boek waarop men zelf antwoord vormt. 

De grens tussen sympathie en antipathie voor Marc is klein. Terwijl Schlosser alles doet om de dader op te sporen, zal menig persoon vinden dat hij te ver gaat. Daarnaast verafschuwt de huisarts Ralph Meier om het feit dat hij met zijn begerige blik vrouwen en meisjes bekijkt. Maar Marc neemt het zelf ook niet zo nauw met de normen en waarden. Terwijl Ralph Caroline uitgebreid bestudeert, probeert Marc een avontuurtje te beginnen met Ralphs vrouw, Judith. Wat dat betreft is het zeker een hypocriet. 

Toch zal men zich met enige moeite kunnen inleven in Marc. Met name het vadergevoel spreekt ons aan. We voelen met hem mee, denken met hem mee. Deze identificatie komt pas later. Gaandeweg het verhaal vordert, verandert ook de kijk van de lezer. Inleven in de cynische huisarts met zijn hypocriete acties is lastig, maar dat betekent niet dat we geen medelijden voelen voor hem als vader. Zeker wanneer de lezer zelf kinderen heeft, kan men het gevoel begrijpen. We gaan dan ook mee in de denkwijze van Marc en de zoektocht naar de dader om deze te wreken.

De heftige gebeurtenis blijft luchtig door het aanbrengen van humor in het verhaal. Vooral de medische scènes maken het humoristisch. De smerige wijze waarop Marc zijn belevenissen in de huisartsenpraktijk beschrijft, doen je gruwelen, maar zorgen ook voor geregelde lachbuien. “Losse delen van de nagel die alle kanten op vliegen, tegen de wanden en de halve deur van het toilet, als verpulverend tandsteen onder de boor van de mondhygiëniste.” Dit soort beschrijvingen zijn typisch voor het karakter van Marc. Een aantal losstaande gebeurtenissen zorgen ervoor dat het verhaal af en toe van het spoor dwaalt, maar Koch permitteert zich deze momenten door de humor die erin verwerkt is.

De verhaaltechniek zorgt voor een extra spanning bij het lezen van het boek. De verschillende gebeurtenissen brengen ons op het verkeerde been bij het beantwoorden van de hamvraag. Daarnaast zijn er een aantal losstaande gebeurtenissen die niets met de hoofdlijn van het verhaal te maken hebben, maar die wel humor aanbrengen. De morele kwesties zorgen voor een andere kijk op het boek, doordat de lezer een mening vormt. Het kan soms onbegrijpelijk zijn wat Marc denkt, maar aan de andere kant ook erg humoristisch. Wel is het mogelijk om als lezer zich in te leven in Marc als blijkt dat hij alles voor zijn kinderen doet. Voor wie houdt van een goede dosis humor gecombineerd met een spannende verhaallijn is ‘Zomerhuis met Zwembad’ uitermate geschikt. 

Bronnen
Fobelets, G. (2011). Zomerhuis met Zwembad. Geraadpleegd op 20 oktober. http://literom.knipselkranten.nl/literom/IndexJs#1_S_Zomerhuis%20met%20zwembad%20

Goedegebuure , J. (2011). Een halfbakken slechterik als held van het verhaal. Geraadpleegd op 20 oktober. http://literom.knipselkranten.nl/literom/IndexJs#1_S_Zomerhuis%20met%20zwembad%20

Dessing, M. (2011). Waarom is Ralph Meier dood? Geraadpleegd op 20 oktober. http://literom.knipselkranten.nl/literom/IndexJs#1_S_Zomerhuis%20met%20zwembad%20

Schouten, R. (2011). Hij klinkt zo redelijk en normaal. Geraadpleegd op 20 oktober. http://literom.knipselkranten.nl/literom/IndexJs#1_S_Zomerhuis%20met%20zwembad%20

zaterdag 7 juni 2014

"Essayistiek is een spel van dankbare schatplichtigheid" - Sebastiaan Kort

Samenvatting

De laatste essay van Willem Jan Otten heet 'Niets heb ik van mijzelf' en gaat over de schrijver van essays, Kees Verheul. Toch probeerde hij erachter te komen wat hij van Kees Verheul had. Dit was een manier om zijn dankbaarheid te betuigen. Achteraf realiseerde hij dat Kees Verheuls essayistiek bij uitstek een uitdrukking van dankbaarheid is. 
Een prijs krijgen betekent dat degenen die hem je geven jou bedanken. Elke dank vraagt weer om een nieuwe dank. De verleiding is reëel om niet bij iemand of bij iets te stoppen met bedanken.
Essayistiek is een spel van dankbare schatplichtigheid. De essayistische zucht gaat gepaard met het verlangen om gedachten te delen, te ontlokken en te genereren. 
Elke gedachte komt voort uit iets anders. Ieder besef is een herinnering. Dit is een manier om jezelf voor te stellen als een onuitputtelijk reservoir van besef. 
Durven is een cruciaal voor een essayist. Het gaat immers om je gedachten en mening te verwoorden; jezelf bloot te stellen. Aan angst heb je niets bij het schrijven van een essay.

Mening

Ik vond het een interessante tekst om te lezen. Ik heb nooit nagedacht over wat een essay eigenlijk precies inhield. Ik denk dat de schrijver van dit essay goed heeft verwoord hoe je het beste een essay kan schrijven, namelijk door te durven. Ik denk dat dat belangrijk is om te beseffen.

maandag 2 juni 2014

Karel ende Elegast

Het verhaal

Karel ligt te slapen als hij wakker wordt van een stem. Een engel vertelt hem dat hij uit stelen moet gaan. Eerst wil Karel geen gehoor geven aan de opdracht, omdat een koning nou eenmaal niet steelt. Als hij de stem voor de derde keer hoort, beseft hij dat God hem deze opdracht geeft en dat hij niet anders kan dan gehoorzamen. Hij gaat ongezien op pad en beseft tijdens zijn reis dat hij zijn trouwe ridder Elegast te zwaar heeft gestraft voor een klein vergrijp. Dan ontmoet hij een donkere ridder die hij verslaat in een gevecht; dit is ridder Elegast. De koning stelt zich voor als Adelbrecht (van adellijke geboorte). Adelbrecht stelt voor om bij de koning (dus hij zelf) in te breken, maar Elegast verwerpt dit voorstel. Hij is en blijft trouw aan zijn vorst. Ze besluiten samen om bij Eggeric, de zwager van Karel, in te breken. Elegast vermoedt al snel dat Adelbrecht geen echte dief is, omdat hij de ploegschaar wilt gebruiken om in de breken. Elegast gaat alleen naar binnen en wordt daar gewaarschuwd door een haan, door middel van magische kruiden, dat de koning in de buurt is. Elegast waarschuwt Adelbrecht en wil naar huis, maar Adelbrecht weigert.
Nadat ze een grote buit hebben, maakt Adelbrecht aanstalten om te vertrekken, maar Elegast wil eerst het kostbare zadel van Eggeric stelen. Eggeric wordt wakker door het lawaai van de belletjes aan het zadel. Zijn vrouw, de zus van Karel, probeert hem te kalmeren en dan vertelt Eggeric wat hem zo onrustig maakt: hij wil Karel op de hofdag om het leven brengen. Op dat moment wordt zijn vrouw ontzettend kwaad en slaat hij haar een bloedneus. Elegast bevindt zich nog steeds in de kamer en vangt een druppel bloed in zijn handschoen als bewijs voor het plan van Eggeric. 
Als Eggeric weer buiten is, vertelt hij Adelbrecht wat Eggeric van plan is. De koning beseft nu waarom God hem liet stelen. Elegast durft de koning niet onder ogen te komen en daarom stelt Adelbrecht voor om het plan aan de koning te vertellen en hij keert terug naar het kasteel. Op de hofdag beschuldigt Karel Eggeric van verraad en doet ene beroep op Elegast als getuige. Hij laat de bebloede handschoen zien. Elegast daagt Eggeric uit tot een tweegevecht om te zien wie gelijk heeft. Ze blijken evenwaardige tegenstanders. Karel bidt tot God en uiteindelijk doodt Elegast Eggeric. Hij wordt in ere gesteld en mag trouwen met de weduwe van Eggeric, de zus van Karel.  

Helaas is de schrijver van Karel ende Elegast niet bekend. 

Het verhaal Karel ende Elegast behoort tot het genre van de ridderromans. Kenmerken van de voor-hoofse ridderromans, die ook in dit verhaal duidelijk naar voren komen, zijn trouw aan God en aan de leenheer, moed en kracht en de geringe aanzien van de vrouw. Daarnaast behoort het verhaal tot de Karelepiek, een tijd in de Middeleeuwen waarin Karel de Grote keizer was. In deze verhalen wordt het centrale personage op een avontuur gestuurd, dat zal leiden tot inzicht en wijsheid. Dit kenmerk is ook goed te zien in Karel ende Elegast, waarin de keizer zelf op avontuur wordt gestuurd door God. 

Een brief aan Elegast

Beste Elegast, 

U bent verbannen uit het rijk van uw vorst Karel de Grote, vanwege diefstal. Nu bent u een roofridder. U bent verder gegaan met stelen, terwijl dat de reden was dat u verbannen bent uit het rijk van de vorst. Het is niet logisch, maar u moet toch ergens van leven. Het feit dat u niet van armen steelt, is al heel wat. Rijke mensen kunnen immers best wat missen om de armen in leven te houden. 
Nu bent u vannacht een ridder tegengekomen, namelijk Adelbrecht. U heeft gestreden en daarna zijn jullie samen op pad gegaan. Adelbrecht had u voorgesteld om bij de vorst in te breken, maar u houdt zich aan uw woord. U blijft trouw aan uw vorst. Daarna besluiten jullie om bij Eggeric in te breken, wat blijkbaar een goede set was. Hierdoor bent u erachter gekomen dat hij geen goede man is. Hij wilt uw vorst vermoorden, wat u uiteraard te gek voor woorden vindt. U besluit het tegen Adelbrecht te vertellen die vervolgens de koning op de hoogte zal stellen. Ik denk dat u het zelf kan vertellen. U heeft immers bewijs dat Eggeric iets van plan is. De koning zal u geloven en zal de verbanning ontdaan maken. U zult niet meer hoeven stelen en uw vorst zal weer vertrouwen in u hebben. U heeft immers zijn leven gered. 
Ik zal u vertellen waarom ik dit zo zeker weet. Adelbrecht deed zich voor als iemand anders; hij was namelijk uw vorst, Karel de Grote. 

Hoogachtend,

Hendrik

Een brief van Elegast aan Hendrik

Beste Hendrik,

Ik ben geschokt over wat ik lees. Ik snap niet hoe ik heb kunnen missen dat mijn vorst voor mij stond. Nu ik erover nadenk, heeft de vorst mij vertrouwd. Hij wilde immers in zijn eigen kasteel inbreken, maar ik weigerde. Was er een reden dat mijn vorst mij in vertrouwen nam? Ik heb immers zijn vertrouwen geschaad. Ik was verbannen en er zou toch een reden moeten zijn die ervoor heeft gezorgd dat de koning mij in vertrouwen nam? Ik begrijp het niet! 
Ik heb gezegd dat ik altijd trouw blijf aan mijn koning en dat veranderd niet. Na deze gebeurtenis zal ik nog meer mijn best doen. Blijkbaar ziet mijn vorst in dat mijn verbanning niet juist was. Hij zag in dat ik mijn best deed om trouw te blijven aan hem. Ik zal nu ook gelijk stoppen met roofridder zijn. Ik vind het verschrikkelijk om te doen, ik wil niet dat mijn vorst mij nog een keer zou verbannen. Ik zal ook zeker het bewijs van Eggerics plan aan de koning laten zien. Misschien dat mijn verbanning dan ongedaan zal worden gemaakt, zoals u zegt. Ik moet en zal zijn leven redden. Ik heb geen andere plichten meer, maar dit is toch wel de belangrijkste plicht en opdracht die ik in mijn leven heb gekregen en zal krijgen. Ik zal dit niet verpesten en zal altijd in het krijt staan bij de koning. Ik ben dankbaar dat u deze brief heeft geschreven!

Hoogachtend, 

Elegast




zaterdag 31 mei 2014

Epigram

Een epigram, of puntdicht is een kort en bondig gedichtje met een woordspeling. Aangezien ik niet heel goed ben in dichten, heb ik een aantal leuke epigrammen opgezocht.

Constantijn Huygens definieerde de definitie van een epigram als volgt:

Vraeght ghy wat Sneldicht voor een Dicht is?
Het is een Dicht dat snel en dicht is

- Huygens

WIP [= galg]
Dirk was ter wip verwezen
en liet niet enen traan;
ij zei: ‘Wat zoud’ ik vrezen?
’t Is met een wip gedaan.’

- Huygens

Drink ik dan bederf ik
Drink ik niet dan sterf ik
Beter gedronken en bedorven
Dan niet gedronken en gestorven
- N.N.

Jij wil met Priscus trouwen, Paula. 
Ik ben niet verbaasd: jij hebt een goede smaak. 
Priscus wil niet met jou trouwen, Paula. 
Ook hij heeft een goede smaak.
- Martialis

dinsdag 27 mei 2014

Vrijheid

Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. We herdenken de onschuldige mensen die gestorven zijn door de oorlog, omdat ze op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats waren. De generaties na de oorlog beseffen vaak niet hoe verschrikkelijk deze tijd was en welke verschrikkelijke dingen gebeurd zijn. We herdenken deze mensen om de herinnering te laten voortleven in onze wereld, in onze gedachten. We zullen, moeten niet vergeten welke verschrikkelijke dingen de mensen in de oorlog hebben meegemaakt om te strijden voor onze vrijheid.

Op 5 mei vieren we onze vrijheid. We zijn vrij van oorlog, we hoeven niet bang te zijn. We mogen van geluk spreken om vrij te zijn, want er zijn nog steeds conflicten en oorlogen in de wereld waar vele mensen moeten sterven. In deze landen kennen de mensen geen vrijheid. Dit hebben ze misschien ook nooit gekend. Hierbij staan mensen vaak niet bij stil. We vieren onze vrijheid, iedere dag, maar beseffen niet dat veel mensen nu nog steeds niet vrij zijn.

Vrijheid is voor mij een manier van leven waarin we in feite ons eigen leven bepalen. We kunnen zelf keuzes maken wat we willen doen, wat we willen bereiken, om een zo gelukkig mogelijk leven te leiden. In oorlogen gaat het om de juiste keuze, maar in een vrij leven gaat het om de keuze die jou het gelukkigst maakt. Vrijheid zorgt ervoor dat je niet bang hoeft te zijn, niet voor oorlog en gevechten, maar ook niet voor de beoordeling op je uiterlijk, geloof of herkomst. Vele mensen in deze wereld, zelfs in deze tijd, kennen geen vrijheid, hebben deze nooit gekend. Wij, in de welvarende landen, mogen van geluk spreken, terwijl we dit zelf meestal niet beseffen. Daarom is het belangrijk om daar soms bij stil te staan. Vrijheid is belangrijk voor ieder individu, daarom mogen we niemand onze vrijheid, en dus ons geluk, laten belemmeren. 

donderdag 13 maart 2014

Literatuurgeschiedenis 'De 18e Eeuw'

Krinke Kesmes, een vroeg imaginair reisverhaal

De Verlichting is de ontwikkeling van nieuwe ideeën op allerlei gebieden, zo ook in de literatuur. Een nieuw genre dat zich ontwikkelde waren de imaginaire reisverhalen. In deze verhalen werden reizen beschreven naar landen, gebieden en volken die niet bestonden. De auteurs in de Verlichting gebruikte dit genre om te dromen over betere en rechtvaardige samenlevingen. De auteurs schreven hun ideeën op over hoe een rechtvaardige samenleving eruit hoort te zien en leverde kritiek op de huidige samenleving. 

Verlichte schrijvers kozen voor onbewoonde eilanden om een nieuwe samenleving op te bouwen. Hierbij lieten ze zien dat niet de persoonlijkheid van de persoon, maar zijn zelfvertrouwen en werklust belangrijk zijn voor het opbouwen van een nieuw bestaan. Het onbewoonde eiland werd gebruikt, zodat er niets in de weg stond voor de opbouw. De persoon had dan alle vrijheid om de eigen ideeën voor het opbouwen van zijn imperium te gebruiken.  

Krinke Kesmes
Dit tekstfragment laat zien dat de jongen geniet van de totale vrijheid en niet lui is of zijn gezonde verstand verliest. Hij brengt binnen de kortste keren een structuur aan in zijn leven en bouwt een kleine beschaving op. Deze roman leert dat de autoriteiten vertrouwen moeten hebben in de burgers en hun vrijheid moeten geven. Het leert dat de burgers echt niet hun gezonde verstand verliezen en er een chaos ontstaan in de samenleving.


Vernieuwing op het toneel 

In de Zuidelijke Nederlanden deden vooral amateurs zelf aan toneel. Er waren particuliere toneelgezelschappen en elk dorp of stad had een rederijkerskamer die stukken schreef, bewerkte en opvoerde. Bijna alle stukken waren religieus gericht, meestal bloedige, katholieke martelaarsdrama's. 
In de Noordelijke Nederlanden daarentegen was het verboden om religieuze stukken op te voeren, omdat dit tot discussies en ruzies zou leiden. De druk van de protestantse kerk was enorm groot en er werden dan ook geen stukken opgevoerd op zondagen en christelijke feestdagen. Door dit strenge toneelklimaat werden er maar weinig oorspronkelijke stukken geschreven en opgevoerd. 

Er kwam verandering in het toneel door de opkomst van het burgerlijke treurspel. Deze gingen niet meer over Bijbelse en klassieke helden, maar over het leed van de gewone burgers in de moderne, verlichte tijden. De burgers konden zich dan ook beter identificeren met de personages. 

Pieter Langendijk en het Frans-Classicisme
In de tijd van Pieter Langendijk viel het niet mee om een huwelijkspartner te vinden zonder contactadvertenties, relatiebemiddelingsbureaus en chatboxen. Ook Langendijk zelf trouwde pas op late leeftijd. Hij schreef blijspelen over de liefde, omdat hij en vele andere mensen met hem niet snel een huwelijkspartner konden vinden. Misschien wilde hij met zijn verhalen mensen hoop en moed geven dat er wel degelijk een partner te vinden is, voor iedereen. 


Sara Burgerhart: roman in brieven

De briefroman is een roman waarin het verhaal wordt verteld door middel van brieven die verschillende personages aan elkaar schrijven. De briefroman betekende een kleine revolutie in het genre roman, het was iets totaal nieuws. In avonturenromans draaide alles om avontuur en anekdotes, terwijl in de briefroman de gedachten, gevoelens en psychologie van de personages centraal stond. 

Brieven zijn heel geschikt om een verhaal te vertellen, omdat je zo echt in het hoofd van de personages kan kijken. Je leest hoe ze zich voelen, hoe ze denken en hoe dat invloed heeft op het verloop van het verhaal. Het is zo mogelijk om je beter te identificeren met de personen, omdat je precies weet hoe ze zich voelen. Dit maakt het verhaal makkelijker leesbaar en interessanter. 

Sara Burgerhart
De les die Wolff en Deken aan hun lezers willen meegeven is "eerst denken, dan doen". Deze levensles komt ook duidelijk naar voren in hun verhaal over Sara Burgerhart. Sara is te naïef geweest om met R. mee te gaan, want als ze eerst had nagedacht, dan wist ze dat ze niet op tijd terug zou kunnen zijn voordat de stadspoorten zouden sluiten. Sara is een jonge vrouw en volgens Wolff en Deken is dit de reden dat ze nog naïef is. Ze heeft goede opvoeders nodig om haar de weg te wijzen en te waarschuwen wanneer dat nodig is. 


Kinderliteratuur

Van Alphen was de eerste die erin slaagde om in 1778 een echt Nederlands kinderboek te schrijven. Voor het eerst werd in kindertaal Nederlandse problemen bij Nederlandse kinderen beschreven. Elk gedichtje gaat over herkenbare situaties met aan het eind een wijze les. Dit was ook de reden dat de kinderboeken van Van Alphen zo succesvol waren.

Kinderliteratuur was eigenlijk net zo leerzaam voor de ouders als voor de kinderen. Veel schrijvers maakten namelijk van de gelegenheid gebruik om politieke standpunten in hun teksten te verstoppen. 

De kleine Grandisson
Karel Grandisson is een voorbeeldig jongetje. Hij is solidair en laat zich leiden door de juiste emoties, hij is behulpzaam en mededogen. Door het contrast met zijn ondeugende broer, komt het voorbeeldige gedrag van Karel extra naar voren. Één heldendaad van Karel is het redden van een gewonde man. Hij verzorgt de eerste hulp en zorgt voor onderdak voor de man. Als Karel een dag later thuiskomt, wordt hij de hemel ingeprezen. Dit boek leert kinderen dat de behulpzaamheid een goede eigenschap is; kinderen spiegelen zich daadwerkelijk aan Karel. 


Literatuur en revolutie

In de periode van 1780 tot 1795 werd de politieke pers geboren. Het was voor het eerst dat het publiek een stortvloed kreeg aan verschillende politieke meningen. Alle informatie en de verschillende meningen zorgde ervoor dat het publiek een mening kon ontwikkelen over de actuele gebeurtenissen en de politiek. 

In die tijd was Nederland jarenlang verdeeld in twee partijen die recht tegenover elkaar stonden: patriotten en orangisten. Een van de origineelste en bekendste literaire-politieke bladen was Janus, die zich specialiseerde in het bekritiseren van deze politieke partijen. Janus was een beschermgod met twee gezichten die ieder een kant opkijken. Dit tijdschrift is dat ook Janus genoemd, omdat de patriotten en orangisten tegenover elkaar staan en dus beide een andere kant opkijken net als de gezichten van de beschermgod Janus

Jacobus Bellamy als patriottische dichter

Jacobus Bellamy was één van de populairste dichters van Nederland. Bellamy had een passie voor de literatuur en deed dan ook niets liever dan schrijven. Hij droeg onder andere bij aan tijdschriften, maar werd beroemd met zijn poëzie. Hij had naast literatuur ook een grote passie voor de politiek en in Utrecht werd hij dan ook een politiek activist. Hij publiceerde politieke gedichten wat hem tot de literaire propagandist van de patriotten maakte. Bellamy was dus een grote bijdrage voor de ontwikkeling van de publieke opinie. 


Multiculti: literatuur in de koloniën

Mauricius was een dichter die gouverneur was in Suriname. Hij publiceerde zijn dichtbundel pas na terugkomst in Nederland. Op de terugreis schreef hij het gedicht Gezang op zee waarin hij beschreef wat Suriname allemaal aan hem te danken had. Hij was voor de slavernij. Daarentegen waren Van Hoogendorp en Haafner het totaal niet eens met de manier waarop slaven behandeld werden. Zij vonden dat de slavernij afgeschaft moest worden en dit beschreven zij in hun verhalen 

Het toneelstuk Kraspoekol van Van Hoogendorp werd in 1801 in het Haagse schouwburg gespeeld. Daar moest het toneelstuk al na de eerste akte worden gestaakt, omdat het zoveel weerstand in het publiek veroorzaakte. Aangezien het publiek uit Nederlandse mensen bestond, denk ik dat de Nederlanders niet gezien wilde worden als slechte mensen. Ze wilden niet inzien dat de slaven zo onmenselijk behandeld werden. 

Jacob Haafner
Het idee was dat de Europeanen de Verlichte mensen waren en die hun kennis over moesten dragen aan de Aziaten, maar Jacob Haafner zag dit niet zo. Hij vond dat alle mensen gelijk waren ongeacht huidskleur en geloof. De Aziaten waren mensen die elkaar vertrouwde, elkaar gelijk behandelde en niet discrimineerde. Haafner vond dan ook dat de Europeanen iets zouden moeten leren van de Aziaten.


Goena Goena - P.A. Daum

Goena-goena verwijst naar witte of zwarte magie; de geheime oosterse krachten die niet te begrijpen zijn voor het westen. De Nederlanders zouden hier te nuchter voor zijn, terwijl de inheemse bevolking in Indonesië heel traditioneel is. Nederland heeft goena-goena vooral leren kennen via de literatuur. In de 19e en 20e eeuw zijn er vele boeken geschreven over de magische kracht in Indonesië, zo ook door P.A. Daum, die het boek ‘Goena-Goena’ schreef. Deze roman uit 1887 verscheen eerst als feuilleton in het Bataviaasch Nieuwsblad en is rond 1930 herontdekt door Du Perron en Ter Braak. De roman geeft in naturalistisch-realistische stijl een kleurig beeld van het koloniale leven.

Daum was een van de eerste naturalistische schrijvers in Nederland, geïnspireerd door de schrijfopvattingen van Zola, met een speciale aandacht voor de werking van het (Indische) milieu op de mens. Hij verzette zich tegen het idealiserende en moraliserende proza van die tijd en streefde naar een meer objectieve en realistische vertelwijze, in een journalistieke stijl, waarin de dialoog een belangrijkere rol speelt dan de beschrijving.

'Goena-goena' is de roman die het derde en laatste deel van de 'Verzamelde Romans' vormt, geschreven door P.A. Daum. In deze roman draait het om een inheemse vrouw, Betsy, die ongelukkig getrouwd is met Den Ekster. Ze laat zich door haar baboe Sarinah met allerlei tovermiddeltjes bijstaan. Als Den Ekster sterft, is het onduidelijk of dit aan Sarinahs duistere praktijken te wijden is. Pogingen om vervolgens de getrouwde notaris Bronkhorst voor zich te winnen, lopen op niets uit als Bronkhorst ontwaakt uit zijn begoocheling. 

De belangrijkste thema’s in het boek zijn de goena-goena, de zwarte magie en hun uitwerkingen en bedrog en roddels. De Europese samenleving in Indië bestond, volgens de romans van Daum, uit een levendig circuit van roddels. Er moest altijd wel ergens een schandaal op handen zijn of uit alle macht voorkomen worden. Nadat de vrouw van de notaris enkele anonieme briefjes ontvangt, waarin wordt beschreven dat haar man en Betsy een relatie hebben, ontkent Bronkhorst dat hij een affaire met Betsy heeft. Als het drankje eindelijk is uitgewerkt, ziet Bronkhorst in dat hij nooit van een andere vrouw dan zijn eigen vrouw gehouden heeft. Betsy was aardig en leuk om muziek mee te maken, maar hij heeft nooit liefde voor haar gevoeld. Het boek heeft een goed einde, wat zeldzaam is voor Daum. Zijn meeste romans hadden een fatale afloop of een ondergang, omdat het realisme dan meer tot zijn recht kwam. Het einde van goena-goena is duidelijk en verwijst terug naar het thema, de titel. De slotzin van de roman is: "De goena-goena is uitgewerkt". 

Goena-goena heeft een redelijk simpele verhaallijn. Het is een chronologische verhaal en bevat geen flashbacks of flashforwards. Het schetst wel, net als zijn andere boeken, een realistisch beeld van de situatie in Indonesië. Daum was fel tegen het Nederlandse beleid in Indonesië en beschreef dit dan ook in de krant waarbij hij werkte en later ook in zijn boeken. Ook in goena-goena komt dit naar voren; een Indonesische vrouw heeft de 'macht' over een Nederlandse man. Dit is ook een goed voorbeeld van de emancipatie van de vrouw, die Daum vaak in zijn boeken beschreef. 

Hoewel de roman uit de 19e eeuw komt, is het niet moeilijk te lezen. Er staan wel Indonesische en Franse woorden in, maar met de woordenlijst achter in het boek is het toch te begrijpen. Ik vond het juist wel interessant dat de Nederlandse, Indonesische en Franse woorden door elkaar werden gebruikt. De Indonesische woorden maken dat het boek een echte Indonesische sfeer heeft, samen met de realistische beschrijving van Daum. In de roman is sprake van een alwetende verteller, waardoor je de gevoelens van elke persoon kan ‘meevoelen’. Dit maakt het wel moeilijker om je te identificeren met één van de personen.

Eerst had ik verwacht dat het boek ongeveer hetzelfde zou zijn als ‘De Stille Kracht’ van Louis Couperus, maar dit bleek niet zo te zijn. ‘Goena-Goena’ en ‘de Stille kracht’ hebben letterlijk dezelfde betekenis, maar beide schrijvers hebben het op een andere manier uitgewerkt. In ‘De Stille Kracht’ is de magische kracht onzichtbaar, maar in Goena-Goena wordt de magie gecreëerd door de toverdrankjes van Sarinah.

Ik vond ‘Goena-Goena’ een leuker boek dan ‘de Stille Kracht’. Ik denk om het feit dat ik de Stille Kracht veel moeilijker geschreven vond en niet goed begreep. Aan het begin moest ik ook even in het verhaal van Goena-Goena komen, maar het verhaal sprak me meer aan en het de taal was niet moeilijk, ondanks dat het een oud boek is.