maandag 9 december 2013

Close to you - Michael Prins

1. I didn't change my name for good luck, it just happened to be mine
2. Didn't ask for any reason or any of your time
3. I don't need your advertising, I don't seek for diamond eyes
4. I don't fit in your perfection, I don't fit into your life

5. But to you my darling, for you I would truly sing
6. For you my crazy babe, I would do just anything
7. Just to get close to you

8. And the other night you made me dance but now I act insane
9. I try to find a reason and I try not to be strange
10. And I think that it's funny cause I'm nowhere near like you
11. You made of me a villain, oh but maybe that's more true

12. And I'm searching for my pride again
13. As I'm haunting for your eyes again
14. But you're nowhere to be found tonight
15. Still I wait in every morning light
16. So until that day is mine

17. So is it me the one who is out of sight, am I running out of time
18. Do you want to see me prisoned, yet to guard you through the night
19. Is your vision to be save and told that everything's alright
20. When the whole god damn world knows about the danger of this tide
21. Well then I would come back for you, yes I would come back to you
22. Knowing you would walk away, knowing you would walk away 
23. So until that day is mine

24. And then you might not well remember me, or act like you're surprised
25. When everyone's surrounding you, but darling that don't mind
26. Just turn around and look at me when you pass me in the aisle
27. I still hold a thousand doors for you, just to talk to you so I could get close to you 
28. And why won't you see me through
29. Knowing I would never leave
30. Knowing I would never leave

31. So until that day is mine, darling I would wait for you
32. I would wait for you, I would wait for you
33. And why won't you see me through, I would wait for you 
34. Darling I would wait for you, my love
35. My love, why won't you see me through
36. That darling I would wait for you

Vertaling:

1. Ik heb mijn naam niet veranderd, het gebeurde mij gewoon
2. Ik vroeg niet om een reden of naar je tijd
3. Ik heb je advies niet nodig, ik zoek geen diamanten ogen
4. Ik pas niet in jouw perfectie, ik pas niet in jouw leven. 

5. Maar voor jou mijn liefste, voor jou zou ik echt zingen
6. Voor jou mijn allerliefste, ik zou alles voor je doen
7. Alles zodat ik dicht bij je kom

8. Een andere nacht liet je me dansen, maar nu gedraag ik me raar
9. Ik zoek naar een reden en probeer niet raar te zijn
10. Ik denk dat het grappig is, want ik lijk niet op jou
11. Je maakte een schurk van mij, maar misschien is dat wel waar

12. En ik zoek weer naar mijn trots 
13. Zoals ik alweer naar jouw ogen zoek
14. Maar vanavond ben je nergens te vinden
15. Ik wacht nog steeds in elk ochtendlicht
16. Totdat die dag van mij is

17. Ben ik degene die uit het zicht is, of is mijn tijd bijna op
18. Wil je me opgesloten zien, doch je te begeleiden door de nacht
19. Is veilig zijn jouw droombeeld, verteld dat alles goed is
20. Terwijl de hele verdomde wereld het gevaar ziet van de vloed
21. Nou dan zal ik terugkeren naar jou, ik zal terugkeren naar jou
22. Ik weet dat je weg zal lopen, ik weet dat je weg zal lopen
23. Totdat die dag van mij is

24. En je zal me misschien niet herinneren, of doen alsof je verrast bent
25. Als iedereen jou omringd, maar liefste dat maakt me niet uit
26. Draai je om en kijk naar mij wanneer je me passeert
27. Ik zal duizenden deuren openen, om met je te kunnen praten, alles zodat ik dichter bij je kom
28. En waarom duw je mij nou weg
29. Wetende dat ik nooit wegga
30. Wetende dat ik nooit wegga

31. Totdat die dag van mij is, liefste ik zal op je wachten 
32. Ik zal op je wachten, ik zal op je wachten
33. Waarom duw je me weg, ik zal op je wachten
34. Schat ik zal op je wachten, mijn lief 
35. Mijn liefste, waarom duw je me steeds weg
36. Wetende dat ik op je zal wachten 

zondag 8 december 2013

Literatuurgeschiedenis 'De Gouden Eeuw'

Rederijkersliteratuur

De Nederlands taal was een uitdaging voor de rederijkers. Ze hadden een aantal uitdagende regels voor de vormgeving van hun teksten. Het ging erom wie er binnen de gestelde grenzen de mogelijkheden van de taal het 'kunstigst' wist te gebruiken om zijn boodschap over te dragen. Aandacht voor de vorm ging niet ten koste van de inhoud, maar was juist een eerbetoon daaraan. Bij het zoeken naar de harmonie tussen de inhoud en de vorm, richtten de rederijkers zich vooral op de herhaling van versregels en rijmklanken en op de volgorde van versregels en woorden. Zo waren er ook verschillende dichtvormen met verschil in moeilijkheidsgraad.

Rederijkers besteedden veel aandacht aan de inhoud en vorm van hun teksten. Er zat een diepere gedachte achter hun vormvastheid. Men ging ervan uit dat God orde in de schepping had aangebracht, van macroniveau (het heelal) tot op microniveau (het menselijk lichaam). De mens moest in de kunsten proberen deze harmonie, deze perfecte verhoudingen te weerspiegelen in de inhoud en vorm van hun teksten. 

Themapagina's 'Leven en sterven voor het geloof' en 'De geschiedenis in een notendop'

Twee thema's voor een zeventiende-eeuws landjuweel zouden kunnen zijn het geloof en de vrijheid. Het geloof stond heel centraal in die tijd, maar werd wel minder aan de kerk verbonden door de ideeën van Luther en Calvijn. De vrijheid is een goed onderwerp, omdat Nederland de vrijheidsstrijd tegen Spanje won. De inzendingen moeten aan één belangrijke eis voor de vormgeving voldoen. De inhoud moet niet ten koste gaan van de vormgeving, maar de vorm moet juist een eerbetoon zijn voor de inhoud. 
Tegenwoordig is het geloof niet zo belangrijk meer. Vrijheid is voor ons heel gewoon. Dit zouden dan ook geen voor de hand liggende thema's meer zijn voor een poëtische wedstrijd. Een heel centraal onderwerp in onze maatschappij is de economische crisis. Dit zou een goed onderwerp kunnen zijn, maar een heel ander onderwerp zoals liefde, zou ook kunnen voor een poetry slam. 


Gouden tijden

Bij de term de Gouden Eeuw dachten de mensen aan een tekst uit de klassieke Latijnse literatuur die ieder ontwikkeld mens wel gelezen had. Het boek heette Metamorfosen van de Romeinse auteur Ovidius. In dit boek staat het Romeinse scheppingsverhaal. Als de aarde en het heelal zijn gevormd en de mens is geschapen als hoogste van de levende wezens, breekt er een gouden tijd aan van universele harmonie. Iedereen leeft vredig met elkaar samen. 

Het begrip 'Gouden Eeuw' kent een letterlijke en figuurlijke betekenis. De letterlijke betekenis is het goud: de Republiek der Verenigde Nederlanden beschikte over grote rijkdommen, met Amsterdam als centrum van de wereldhandel. Het figuurlijke aspect is dat in de Gouden Eeuw de Nederlandse cultuur op wereldniveau glansde en schitterde.

De bloei in de Gouden Eeuw ontstond door een combinatie van een aantal factoren. Door de natuurlijke ligging aan waterroutes en de geavanceerde schepen, had de Noord-Nederlandse Republiek wereldwijde handelscontacten. Ook was er in de republiek de combinatie van vruchtbaar platteland met geïndustrialiseerde steden en het betrekkelijk hoge opleidingsniveau van de bevolking. Een belangrijke factor voor de goede economie in de Republiek is dat veel Spaanse vluchtelingen naar Holland en Zeeland kwamen. Door deze verschillende factoren leken de andere Europese staten relatief zwak.

Het gedicht van Jacob Cats

De dichter Jacob Cats brengt al het voedsel dat Nederland uit de wereld importeert in verband met Gods wonderbaarlijke zegen. Er zijn verschillende elementen in het gedicht van Jacob Cats verwerkt, namelijk vuur, water, aarde en lucht. Met het vuur wordt de zon bedoeld. De zon is een energiebron die nodig is om de gewassen te laten groeien ("een zon, die duizend gouden stralen laat op onz' kleine tuin gedurig nederdalen."). Met aarde wordt de grond bedoeld waar de gewassen op groeien ("of uit de aarde groeit"). De lucht is ook nodig om de gewassen te laten groeien. Het water is nodig om de gewassen vanuit de hele wereld naar Nederland te krijgen ("dat komt ons met de zee de haven ingevloeid"). 


Pieter Corneliszoon Hooft, de elegante intellectueel

Hooft had veel ideeën die hij met zijn werk wilde uitdragen. Hij wilde de Nederlandse literatuur moderniseren. Hij kwam op dit idee doordat hij in Frankrijk en Italië de renaissance en de oudheid beter leerde kennen. Hij vond dat Nederland hier een voorbeeld aan moest nemen. Ook wilde hij graag zijn humanistische denkbeelden naar voren brengen. Bijvoorbeeld dat leidinggevenden het landsbelang boven hun eigen belang moeten stellen en hun ondergeschikten goed moeten behandelen. Een ander belangrijk onderwerp van zijn gedichten was de liefde. Hooft was vaak verliefd en alle gevoelens tussen wanhoop en geluk zijn bij hem te vinden. 

Het 'Deuntje'

Sijbrecht is een mooie vrouw die een voorbeeld is voor hoe je je niet moet gedragen in een huwelijk. Ze misbruikt de wil van Jan om zo een relatie te krijgen, door dominant te zijn. Jan laat het allemaal maar over hem heen komen, omdat hij echt van haar houdt. 
De refreinregel 'Reine liefd' kan niet vergaan' betekent dat echte liefde niet vergaat. 

http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm : sonnet 134 en sonnet 292

Een overeenkomst tussen deze drie gedichten is dat ze op dezelfde manier rijmen. De eerste en laatste regel van elk couplet rijmen en de twee middelste regels rijmen. Ook hebben ze allemaal als onderwerp de onbereikbare liefde. Het verschil is dat de twee sonnetten van Francesco Petrarca beter te begrijpen zijn vanwege het taalgebruik. De gedichten van Hooft waren vaak moeilijk te begrijpen, omdat hij niet bestaande woorden gebruikte. 

Een sonnet was een compacte dichtvorm waarin de auteur zijn technische kwaliteiten kon laten zien: een veertienregelig gedicht met een wending in de inhoud, vaak na de achtste versregel. 

Deze gedichten voldoen aan deze regels. Alle drie de gedichten hebben veertien regels en hebben na een wending in het gedicht. Na deze wending ziet de schrijver in dat de liefde niet alleen maar mooi is. 


Aardse paradijzen

Rijke zeventiende-eeuwers lieten buiten de steden een buitenplaats aanleggen met mooie tuinen. De trotse eigenaren van deze buitenplaatsen lieten hun bezit vereeuwigen op prenten, schilderijen en in gedichten. Tussen 1600 en 1800 zijn er zo'n honderd Nederlandse hofdichten gemaakt, gedichten over buitenplaatsen. Deze hoeveelheid geeft de rijkdom en welvaart in de Noord-Nederlandse Republiek aan. De Nederlandse hofdichten namen het idee van Vergilius over: wie op een buitenplaats woont en zijn tuin cultiveert, krijgt oog voor de diepere betekenis van de natuur. Groei en bloei van planten en gedrag van dieren sporen aan tot nadenken. Een hofdicht volgt vrijwel altijd de observerende en filosoferende wandelaar in een ordelijk aangelegde tuin. De natuur speelde dus een erg belangrijke rol in de hofdichten. 

Huygensmuseum Hofwijck

Huygens' buitenhuis is nu een museum. Het oorspronkelijke gebouw is gerenoveerd. Het gebouw heeft twee nieuwe verdiepingen en de buitenzijde is compleet gerestaureerd. Het huis heeft nu okergele luiken die ook te zien waren in de originele tekening van Hofwijck door Christiaan Huygens. De tuin is in 2004 gereconstrueerd naar het origineel van Christiaan Huygens uit 1640, een zeventiende-eeuwse tuin. Dit ontwerp van Huygens is gebaseerd op de architectuurtheorie van Vitruvius waarin de harmonie van het menselijk lichaam centraal staat. 

Buitens Ockenburg en Sorghvliet

Sorghvliet is een eeuwenoud landgoed dat grenst aan de Scheveningseweg. De dichter Jacob Cats liet dit landgoed aanleggen en liet er een groot, wit, classicistisch landhuis op bouwen. Het landhuis ligt nu verborgen in een bos. De Haagse Beek stroomt door Sorghvliet. Over het water van de beek liggen enkele boogbruggetjes. 

Het huidige landgoed Ockenburg is omstreeks 1650 aangelegd in opdracht van de dichter en medicus Jacob Westerbaen. Westerbaen liet, net als Cats, een groot classicistisch landhuis op zijn landgoed bouwen. Later kwam het landgoed in handen van Maarten Pauw, die een Neo-classicistisch landhuis liet bouwen. Dit landhuis staat er nog steeds. Van de classicistische stijl is nu niet veel meer te zien op het landgoed. 

Mijn conclusie uit al deze gegevens is dat Huygens' buitenhuis zoveel mogelijk in de stijl van Huygens is gebleven, maar dat in de landgoeden Sorghvliet en Ockenburg de huidige stijl niet meer is terug te zien. 


Joost van den Vondel, de prins der dichters

De dichter Joost van den Vondel was in zijn eigen tijd al erg beroemd. Een van de redenen is dat hij veel gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw heeft gecommentarieerd. Ook zijn uitgesproken mening zorgde voor deze bekendheid. Hij koos vaak duidelijk een partij. In een toneelstuk beschuldigde hij de tegenstander van Oldenbarnevelt, prins Maurits van Oranje Nassau, van landverraad. Hij wist dat dit voor opschudding zal zorgen, dus nam hij voorzorgsmaatregelen. Hij publiceerde het verhaal in een ander verhaal, na de dood van Maurits en anoniem. Toch kwam men er achter dat hij de auteur was en moest hij een boete betalen. Iedereen wilde het boek lezen, dus werden er illegale herdrukken gemaakt. 
Vondel kon niet leven van het schrijven. Mensen waren geïnteresseerd in zijn werk, maar hij werd gewantrouwd door zijn uitgesproken mening. 

Gedicht 'Het stockske' 

In dit gedicht wordt de onthoofding van raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt beschreven. Vondel spreekt het stokje in het gedicht aan als een persoon. Hij gebruikt deze techniek, omdat hij verontwaardigd was over de 'moord' zoals hij het zag. Hij vond het harteloos klinken als hij de stok niet als persoon aansprak. De boodschap die Vondel mee wil geven is dat je niet zomaar iemand kan vermoorden en dat hij de moord erg onterecht vond. Het stokje is tegenwoordig nog te zien in het Rijksmuseum.

Lachen is gezond

In de zeventiende eeuw dacht men dat de lach een heilzame werking had. Ze dachten dat lachen het ideale medicijn was tegen depressies. Daarom legde de beste grappenmaker van uit de Republiek der Verenigde Nederlanden, Aernout van Overbeke, een verzameling aan van bijna 2500 moppen en anekdotes. Deze werden verteld in gezelschap. 

De literaire humor in de Zuidelijke Nederlanden, waar een strenge censuur heerste, waren eigenlijk levenslessen in de vorm van een grap over verkeerd gedrag. Meestal gingen deze grappen over vergeetachtige priesters of meisjes die voor het huwelijk hun maagdelijkheid hadden verloren. In de Noordelijke Nederlanden was er een grotere vrijheid wat betreft de literaire humor. Dit zorgde voor veel grappen en anekdotes over seksualiteit, waaronder de verzenbundel Uyt-heemsen oorlog, ofte Roomse min-triomfen. Deze dichter komt naar voren als iemand die onafhankelijk over zijn eigen lichaam beschikt, en zijn seksualiteit niet laat belemmeren door overheid, kerk of burgerlijk fatsoen. 

Bredero's Moortje en Huygens' Trijntje Cornelisdr. 

De schrijvers Bredero en Huygens gebruiken beide humoristische aspecten in hun verhalen. Bredero schreef komedies met liefdesverhalen erin verwerkt. In zijn verhalen zat altijd een ingewikkeld plot. Huygens schreef met veel humor en relativering, maar er kwamen ook ernstige zaken aan bod. Zijn taalgebruik was scherpzinnig met levenslessen erin verwerkt. 

Het verschil tussen de verhalen van deze schrijvers is dat ze beide een andere stijl hebben. Bredero's stijl is veel vrijer. Huygens' stijl lijkt op die van de Zuidelijke Nederlanden. Hij verwerkte levenslessen in zijn verhalen. 

'De stille kracht' - Louis Couperus

De stille kracht is een psychologische roman geschreven door Louis Couperus. Het verhaal speelt zich af aan het eind van de negentiende eeuw in de Javaanse kustplaats, Laboewangi, waar Otto van Oudijck als resident het Nederlandse gezag vertegenwoordigd. Op het eiland vinden een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen dit toe aan een stille kracht, een Indische mysterie die de mensen in zijn greep houdt. Van Oudijck gelooft niet in de stille kracht, hij vindt het maar onzin. Maar als hij op een dag een regent ontslaat, gebeuren er allerlei onverklaarbare dingen rond zijn huis. Door deze gebeurtenissen vluchtten meerdere personages en van Oudijck blijft alleen achter. Als hij op een gegeven moment ziek wordt, gaat hij steeds meer in de stille kracht geloven...

Het taalgebruik in het boek is heel ouderwets, waardoor het verhaal lastig te begrijpen is. Er zijn lange en beschrijvende zinnen met veel beeldspraak. Daarnaast worden er ook niet-bestaande woorden en Indische woorden gebruikt. Aan de andere kant vind ik het taalgebruik juist origineel en uniek. Aan het begin van het boek vond ik het verhaal lastig te begrijpen. Het verhaal verloopt traag, omdat Couperus alles uitgebreid beschrijft. Ik verloor af en toe mijn aandacht, maar naarmate er meer spannende gebeurtenissen plaatsvonden, vond ik het toch wel een leuk boek. Ik vond de opbouw dan ook goed. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken die elk weer zijn opgedeeld in paragrafen. In elk hoofdstukken vinden er spannende gebeurtenissen plaats die leiden tot de climax van de stille kracht in hoofdstuk zes. Doordat elk hoofdstuk een stukje spannender is, word je steeds meer in het verhaal meegetrokken. Vandaar dat ik het boek ook steeds leuker begon te vinden. 

Er zitten realistische aspecten in het verhaal, maar over het algemeen is het geen realistisch verhaal. Een van de belangrijkste motieven is het mysterie van de stille kracht. Deze stille kracht is niet erg realistisch, maar maakt het boek wel heel spannend. Je weet niet wat de stille kracht is en wat het doet. Je komt steeds een beetje meer over deze geheimzinnige kracht te weten. Een aspect dat wel realistisch is, is de situatie in Indonesië. Het was lange tijd een kolonie van Nederland, maar de Nederlanders wisten helemaal niets van de Indische cultuur. Dit laat Couperus duidelijk naar voren komen in het verhaal. 

De boodschap, de intentie van het verhaal is heel duidelijk. Louis Couperus was meerdere keren in Indonesië geweest en wist daarom ook veel af van het leven in de kolonie. Ondanks dat hij in Nederland geboren was, voelde hij een sterke verbondenheid met Indonesië. Het centrale thema in het boek is de tegenstelling tussen Oost en West, tussen de Nederlandse en Indische cultuur. De Nederlanders willen de baas worden over Indonesië, maar zullen dit nooit worden doordat de stille kracht hun tegenwerkt. De stille kracht is het symbool voor de mysterieuze Javaanse cultuur en het verzet tegen de Nederlandse overheersing. Dit verzet leidde later ook tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Ik raad dit boek zeker aan, maar alleen als je van lezen houdt. Het is belangrijk om je aandacht bij dit boek te houden om het verhaal te begrijpen.

woensdag 4 december 2013

Werkweek Londen 2013

Dinsdag 15 oktober 

Om 6.00 ging de wekker. Het was eindelijk zover. Vandaag gingen we naar Londen. Ik had me er heel erg op verheugd en vond het dus totaal niet erg dat ik zo vroeg op moest staan. Toen we allemaal onze koffers hadden ingeladen en een plekje hadden gevonden in de bus, kon de reis naar Calais beginnen. Rond 1 uur 's middags kwamen we daar aan. Daar konden we met de bus op de trein richting Folkestone. Dit was ook spannend om een keer mee te maken, maar ik zou het liever niet nog een keer doen. Ik was blij toen ik weer uit die tunnel was. 

Toen we bijna bij Bexleyheath kwamen, de ontmoetingsplek, begonnen we zenuwachtig te worden. Zou het gastgezin aardig zijn? Hoe zou het eten zijn? En de bedden? Op de verzamelplek was het heel druk met allemaal bussen en auto's. Blijkbaar is dit niet alleen de verzamelplek voor onze school...
Onze groepje, Joanneke, Ilse, Margot en ik, werd als één van de eersten naar voren geroepen. We werden voorgesteld aan een vrolijke, donkere vrouw. We moesten nog een aardig stukje rijden naar haar huis, maar in de auto was het al heel gezellig. We hadden gesprekken over o.a. de schoolsystemen in Engeland en Nederland, haar gezin en het programma van de werkweek. Eenmaal aangekomen zag het er gezellig uit. Haar zoon was ook thuis. Nadat we onze spullen boven hadden gezet, moesten we ons nog een keer voorstellen. Ze zou proberen onze namen te onthouden. De namen van de vrouw en haar zoon zijn me helaas ontgaan. Na een lekkere maaltijd en een goede douche konden we eindelijk slapen. We waren kapot. 

Woensdag 16 oktober 
Onze wekker ging weer vroeg, want we zouden om 7.00 ontbijten. Ik was wel benieuwd wat ons ontbijt zou worden, aangezien Engeland bekend staat om een groot en vet ontbijt. Gelukkig was dit niet het geval. We kregen toast en jus d'orange. We moesten opschieten om op tijd weg te gaan. Onze 'gastmoeder' was gestresst omdat er file op de weg stond, maar we kwamen als één van de eersten op onze verzamelplek aan. 

We gingen naar het centrum van Londen met de bus. Daar konden we beginnen aan onze wandelroute, die we op school hadden voorbereid. Wij, Joanneke, Britt, Margot en Ilse, gingen samen de route lopen. We kwamen natuurlijk langs de meest bekende dingen zoals de Londen Eye, Big Ben, Buckingham Palace, House of Parliament en natuurlijk de beroemde rode telefooncel. Het weer viel jammer genoeg een beetje tegen, maar we vonden het toch heel leuk om Londen zelf te ontdekken. Om 1 uur verzamelde we op Covent Garden en konden we kiezen naar welke musea we gingen. Ik koos voor National Gallery en Tate Britain. Ik vond de schilderijen heel indrukwekkend. 

Om half 7 kwamen we weer op de verzamelplek in Bexleyheath waar we werden opgehaald door onze 'gastmoeder'. We kregen wederom weer heel lekker te eten. Na het eten deden we het interview met ons gastgezin. We voerden hele leuke gesprekken, maar ook over serieuze onderwerpen. Daarnaast gingen we uitleggen wat Sinterklaas was, maar volgens mij begreep ze het niet helemaal. Na het interview hadden we als bedankje een mandje met typisch Nederlandse etenswaren: drop, hagelslag, pepernoten, roze koek, boterkoek, stroopwafels en weespermoppen. Ze keken ons ook heel raar aan toen we zeiden dat we hagelslag op brood eten. Zo zie je maar hoe verschillend de gewoontes zijn tussen Engeland en Nederland.

Donderdag 17 oktober
Ons plan was om vandaag wat sneller te zijn met ons klaar te maken en te ontbijten, zodat onze 'gastmoeder' wat minder stress zou hebben. Op het laatste moment ging het toch fout, omdat Joanneke opgesloten zat in de badkamer. Wij allemaal lachen natuurlijk. Uiteindelijk kwam ze er wel uit en waren we dan ook weer ruim op tijd op de verzamelplek. 

In het centrum van Londen is het altijd heel erg druk, dus op een gegeven moment komt een Engelse man boos naast ons rijden. Het bleek dat de buschauffeur in de bocht tegen de auto aan had gereden. We moesten midden in een straat stoppen, waardoor we het blokkeerden. Er bleek amper schade te zijn... 

Vandaag konden we kiezen uit twee musea, namelijk National History Museum en Science Museum. Ik ging naar National History Museum. Ik vond dit museum heel leuk. Vooral de verschillende kleuren stenen vond ik erg mooi. Natuurlijk heb ik ook even de 'Ambersteen' bewonderd. Later bleek dat ik een deel van het museum niet gezien heb, wat ik wel jammer vond. 

In de middag gingen we met de metro naar the Globe Theatre. Daar kregen we een rondleiding door het theater en een workshop acteren. Hierna konden we op eigen gelegenheid naar Leicester Square lopen. Wij wilden nog heel graag de Tower Bridge zien, dus namen we een grote omweg naar Leicester Square. Op weg naar de brug kwamen we langs allerlei verborgen leuke plekjes. We kwamen een klein marktje tegen, een hele oude, kleine buurt en een overdekt pleintje met een boekenwinkel. Heel leuk om te zien, want het is totaal iets anders dan wat we al gezien hadden. Na ons bezoekje aan de boekenwinkel konden we de Tower Bridge bewonderen en gingen we daarna voor de ervaring (maar vooral omdat we pijn in onze voeten hadden) een keer alleen met de metro. Wij gingen als gekken een stilstaande roltrap op rennen, maar de hoogte hadden we toch wat onderschat. 


Op Leicester Square kregen we geld om ergens te gaan eten. Wij wilden graag in een Engels restaurant eten, maar die was niet te vinden, dus kozen we voor een schattig, klein, Italiaans restaurant. We kregen heel lekker te eten. Na ons eten hadden we nog even tijd om winkels te bekijken. Ik kocht wat souvenirs voor mijn familie en we bezochten de M&M store. Om kwart voor 7 verzamelden we met z'n allen op Leicester Square en vertrokken we gezamenlijk naar Majesty's Theatre. Daar keken we naar de musical 'Phantom of the Opera'. Ik had niet zo'n goede plek, maar wat ik kon zien en horen was heel mooi. Na deze lange dag lagen we uiteindelijk rond 00.00 in ons bed. 


Vrijdag 18 oktober
Het einde van de werkweek was aangebroken, jammer genoeg. Alhoewel ik me wel had verheugd op deze dag (lekker shoppen), vond ik het toch jammer om weer naar huis te gaan. Toen we onze koffers ingepakt hadden, ontbeten hadden en nog even goed rondkeken of we niets vergaten, reden we naar de verzamelplek. We namen afscheid van ons gastgezin en bedankten haar voor de leuke tijd. 

Ik wilde heel graag naar de Victoria's secret. We bedachten van tevoren wie met wie ging om naar zoveel mogelijk winkels te kunnen. In het parkje waar we werden afgezet, maakte we eerst een groepsfoto en toen zette iedereen het op een lopen. De winkelstraat is heel groot en we moesten ook nog de winkel zien te vinden. Victoria's secret zat verstopt in een zijstraatje waardoor het moeilijk te vinden was. Gelukkig wisten we de straatnaam, anders hadden we het nooit gevonden. Die winkel was zo mooi, van buiten en binnen. We hebben een paar keer de winkel doorgelopen en alles bewonderd. Als laatste gingen we naar de PINK-afdeling, waar ze allerlei aanbiedingen hadden. We hebben daar heel lang gestaan, want we konden niet kiezen wat we wilden kopen. Uiteindelijk na een moeilijke keuze te hebben gemaakt, konden we na ruim een uur alweer terug lopen naar de bus. We hadden niet veel tijd meer om andere winkels te bewonderen. We haalden nog even wat om te lunchen bij de Mc Donald's en liepen toen weer naar de verzamelplek. 


We reden eerst naar Dover om vervolgens met de boot naar Calais te gaan. Ik vond het wel heel leuk om met de boot terug te gaan. Dit was ook weer een leuke ervaring. Onze volgende stop was net voor de grens van Nederland. Blijkbaar kozen meerdere scholen voor deze stop, want het was er heel druk. We konden kiezen uit de Mc Donald's of La Place voor ons avondeten. De keuze was snel gemaakt, want het was toch wat rustiger bij La Place. Met onze volle maagjes konden we dan voor de laatste keer in de bus. Over twee uurtjes zouden we in Weesp aankomen. We bespraken nog even deze week met elkaar en maakten nog wat leuke foto's. Topweek! 

donderdag 14 november 2013

Verwachtingen Londen 2013

Verwachting van de werkweek

Ik weet eigenlijk niet wat ik moet verwachten van de werkweek in Londen. Ik ben nog nooit naar Engeland geweest en ik ken de bekende bezienswaardigheden alleen van foto's. Ik denk dat het heel leuk gaat worden en in het echt nog mooier is. Daarnaast ben ik ook heel benieuwd naar de musical 'The Phantom of the Opera' en natuurlijk naar het gastgezin waar ik in kom. Ik zit in een leuk groepje bij het gastgezin dus dat zou goed moeten komen. Kortom; ik heb er heel veel zin in!

De werkweek

De werkweek was echt super leuk; leuker dan verwacht. Ik vond vooral de wandeling, die we van tevoren moesten voorbereiden, heel leuk, omdat we zo zelf de stad ontdekten. Het was alleen een beetje jammer dat het niet zo mooi weer was, maar ondanks het weer hebben we toch de bekende dingen van Londen gezien. De musical was ook heel mooi om te zien. Jammer genoeg had ik niet zo'n goede plek en kon ik niet alles goed zien. Ondanks dat vond ik het wel heel mooi en een leuke ervaring. De vrouw en de zoon van het gastgezin waren heel aardig en het eten was ook lekker. We hadden het goed getroffen met ons gastgezin.

maandag 11 november 2013

Literatuurgeschiedenis 'Middeleeuwen

Een pennenproef als begin
- Wat is een pennenproef?
Als een schrijver de ganzenveer had aangescherpt, probeerde hij die op de laatste bladzijde even uit. Daarna ging hij weer verder met schrijven.
- In welke periode werd Oudnederlands gesproken?
Ca. 800 tot 1150.
-  Leg op grond van de tekstpagina Lied van Heer Halewijn uit welke eigenschappen van mondeling overgeleverde literatuur daarin naar voren komen.
Het regelmatige rijmschema en de vele herhalingen.

Hoofsheid
- Welke invloed hadden de kruistochten op de hoofse cultuur?
Tijdens kruistochten raakten vele onder de indruk van de Arabische cultuur, waar de kunst van het levensgenieten veel verder ontwikkeld was dan in Europa. Vanaf die tijd begint zich een hoofse cultuur te ontwikkelen.
- Wat was het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen?

Het belangrijkste principe van de hoofsheid was de respectvolle gemanierdheid: je laat de ander in zijn waarde en plaatst deze niet voor onaangename verrassingen. Je bent wellevend, galant en beheerst je driften en impulsen.

- Lees de tekstpagina over Floris ende Blancefloer. Leg uit in hoeverre de kruistochten van belang zijn geweest voor het schrijven van deze roman.

Het mooie decor zoals de exotische tuinen en het paleis van de emir van Babylon, zijn waarschijnlijk beïnvloed door de indrukken die kruisvaarders hebben opgedaan in het Midden-Oosten.

 Ridderliteratuur
- Wat zijn de voornaamste verschillen tussen Karel- en Arthurromans?

Karelromans waren vooral gewijd aan oorlogen en grote massa-gevechten, vaak tussen christenen en moslims. Arthurromans waren meer gericht op de individuele avonturen, toernooien en  tweegevechten en de hoofse liefde.
- Welke voorbeeldfunctie hadden ridderromans voor het oorspronkelijke publiek?

De verhalen waren voor amusement, maar het hoofdzakelijke was dat ze een voorbeeldfunctie hadden voor de edelen die naar de verhalen luisterde. Zij namen een voorbeeld aan de hoofdfiguren hoe ze zich als hoofse ridders en edelvrouwen moesten gedragen.
- Leg op grond van de tekstpagina Karel ende Elegast uit welke typische eigenschappen van ridderschap daarin naar voren komen.

Elegast riskeert ontdekking om Eggerics complot te verijdelen. Dit vereist moed. Elegast zweert trouw aan leenheer Karel, ondanks de slechte behandeling. Het geloof: Karel gehoorzaamt het eigenaardige bevel van God en Elegast vertrouwt op het godsoordeel in een duel. De eerlijkheid: Elegast lijdt liever dan dat hij verraad pleegt.

Van den vos Reynaerde
- Waar blijkt in het tekstfragment dat Reinaert een doortrapte schurk is?

Gelijk in het begin, als Reinaert Tibeert bespot op zijn aarzeling en hem dan toch overhaalt om het oordeel aan te doen.
- Welke twee tegenstrijdige gevoelens maakt Reinaert bij de lezer/luisteraar los?

De bewondering voor de slimheid van de vos, maar ook de afschuw dat hij iedereen te grazen neemt.
- De prent van Fokke ende Sukke bij deze pagina verwijst naar de eerste zin van de Reinaert 'Willem die Madocke maecte'. Leg uit hoe de humor in deze grap in elkaar steekt.

In Reinaert  verwijst ‘maecte naar het werkwoord schrijven en ‘Madocke’ dus naar een tekst. In de prent van Fokke ende Sukke verwijst ‘Madocke’ naar een ingewikkeld apparaat en ‘maecte’ waarschijnlijk naar repareren.

Rederijkerij
- Welke rol speelden rederijkers bij officiële gelegenheden in de stad?

De rederijkers speelden een belangrijke rol bij feesten en plechtige gebeurtenissen. Ze hadden een groot aandeel in de organisatie en uitvoering van bijvoorbeeld processies.
- Waarom en hoe probeerden steden rederijkers aan zich te binden?

Stadsbestuurders zagen het belang in van de belangrijke rol die rederijkers konden spelen bij de propaganda voor de stad. Ze probeerden rederijkers aan zich te binden door stadsdichters aan te stellen.
- Rederijkers waren dol op wedstrijden. De kaart voor zo’n wedstrijd beschreef aan welke eisen de deelnemers moesten voldoen. Schrijf zelf een kaart voor een gedichtenwedstrijd. Geef aan:
- waar en wanneer de wedstrijd wordt gehouden;
- hoe het gedicht eruit moet zien;
- wat het onderwerp is;
- en geef aan welke prijzen te winnen zijn.


Gedichtenwedstrijd!
Beste inwoners van Weesp en omstreken,

Op vrijdag 11 oktober zal er een gedichtenwedstrijd plaatsvinden op het Grote plein voor het stadhuis in Weesp. De eisen aan het gedicht zijn: niet langer dan 1 a4-tje vol en het onderwerp van het gedicht moet herfst zijn. Wees zo creatief mogelijk! Er zal een professionele jury aanwezig zijn om de gedichten te beoordelen. De winnaar zal een geldprijs in ontvangst nemen en bovendien mogen deelnemen in de landelijke gedichtenwedstrijd. Schrijf je nu in!

Boekdrukkunst
- Waarin verschilt een blokboek van de boekdrukkunst?

Een blokboek is een boek gesneden uit het hout. In de boekdrukkunst worden boeken gedrukt op papier. Dit kost dan ook veel minder tijd dan het maken van een blokboek.
- Wat was het eerste gedrukte Nederlandstalige boek?

De Delftse Bijbel.
- Gedrukte boeken hebben vaak een titelpagina die er mooi uitziet (zie bijvoorbeeld de voorpagina van het Antwerps Liedboek op de literatuurgeschiedenispagina ‘Zingen in de Middeleeuwen’) terwijl bij handschriften de tekst meestal plompverloren begint. Wat is de functie van zo’n titelpagina en waarom hebben drukkers deze ‘uitgevonden’?

De titelpagina had als belangrijkste functie om de belangstelling van de lezers de wekken. Als een titelpagina mooi was en het publiek aansprak, werden mensen nieuwsgierig naar de inhoud.

dinsdag 8 oktober 2013

'Zonder Genade' - Renate Dorrestein


Het boek 'Zonder Genade' is een psychologische roman die gaat over de rouw van het echtpaar Phinus en Franka Vermeer. Zij verliezen hun 15-jarige zoon Jem door zinloos geweld. In het hele boek wordt beschreven hoe zij met het verlies van hun zoon omgaan.
Ik vind dat de structuur van het boek heel goed bedacht is. De structuur is namelijk gebaseerd op een spelmotief. Phinus is een spelfabrikant en ook in zijn jeugd speelde hij veel spelletjes met zijn tantes. Doordat Phinus zo vaak in aanraking is geweest met spelletjes, ziet hij het leven ook als een groot spel waarin je je aan de spelregels moet houden. Het boek is ingedeeld in drie delen en elk deel heeft een titel wat met een spel te maken heeft; 'In de put', 'Memory' en 'Ga terug naar af'. Ook de flash-backs en herinneringen hebben een grote functie in het boek. Deze flash-backs en herinneringen maken dat je aan het eind van het boek Phinus veel beter begrijpt. Phinus had een moeilijke jeugd. Hij is opgegroeid als wees bij zijn tantes. Franka kon geen kinderen meer krijgen doordat zij baarmoederkanker had. Phinus zag Jem als zijn eigen zoon, hoewel hij niet de biologische vader was.Toen Jem overleed was hij hier helemaal kapot van. Hierdoor begrijp je beter dat Phinus zo overdreven reageert op de dood van Jem.

Het boek is erg realistische geschreven, maar er zitten ook een aantal aspecten in wat minder realistisch is. Een realistisch en vooral emotioneel aspect in het boek is, is zinloos geweld. Hoewel de moord op Jem in het boek niet het centrale onderwerp is, is het wel een belangrijk aspect en de oorzaak van het gedrag van Franka en Phinus. Phinus en Franka reageren beide anders op de dood van Jem, wat ook realistisch is. Iedereen reageert en rouwt op zijn/haar eigen manier. Een minder realistisch aspect is hoe de twee meisjes, Melanie en Astrid, en Phinus en Franka op elkaar reageren. Phinus valt de twee meisjes aan, omdat hij bang is dat zij Franka wat aan gaan doen. Ook is het niet erg realistisch dat Phinus Sanne zwanger maakt op het kerkhof.
Ik denk dat de intentie van het boek is om in te laten zien hoeveel impact het kan hebben als een naaste overlijdt aan zinloos geweld. Hoewel het niet erg realistisch is hoe Phinus reageert, is het rouwproces voor naasten heel zwaar. Maar ook dat het leven doorgaat, hoe hard het soms ook is.

Het is een heel emotioneel boek en het maakt ook veel gevoelens in je los tijdens het lezen. De ongeloof en harde realiteit als je leest hoe Jem is vermoord. Ook het gevoel van ongeloof als je leest hoe Phinus erop reageert. Het belangrijkste gevoel is de medelijden die je voelt, omdat Franka en Phinus het heel moeilijk hebben met de dood van hun zoon.

zaterdag 1 juni 2013

"De Engelenmaker" - Stefan Brijs

Het boek De Engelenmaker was erg interessant en intrigerend. Het zat vol met symbolische gebaren, zoals bijvoorbeeld de naam van de dokter; Victor Hoppe. Zijn voornaam betekent het zegevieren van het verlangen. Zijn achternaam verwijst naar de hoppeboom, de boom van Goed en Kwaad. Ook het huis van Victor Hoppe aan de Napoleonstrasse, in het dorpje Wolfheim, verwijst naar het huis van de wolf. De titel ‘De Engelenmaker’ verwijst naar de dokter Victor Hoppe die zijn zoons heeft ‘gemaakt’ en ze vernoemt heeft naar de drie engelen ‘Michaël, Gabriël enRafäel’. De symboliek in het boek maakt het een apart en bijzonder verhaal, omdat de schrijver over elk deel en toevoeging in het verhaal heeft nagedacht over de betekenis ervan.

Het boek zit vol met roddels. Als Victor Hoppe met zijn drieling na lange tijd weer terugkeert in het dorp, begint het roddelen van de bewoners in het dorp. Iedereen heeft zijn eigen theorie over de bijzondere drieling. Dit maakt het moeilijk, maar spannend, omdat de lezer ook niet weet wat er aan de hand is met de drieling. Pas in het derde deel van het boek kom je te weten waarom de drieling nooit buiten komt, waarom ze zo klein zijn en zo snel 
verouderen. 

Het wetenschappelijke deel in het boek vind ik erg interessant. Het klonen is heel realistisch, omdat er in deze tijd ook veel onderzoeken naar worden gedaan. Dit boek laat zien dat er gevaren zijn bij het klonen van mensen. De gevaren maken het boek spannend en interessant, maar laten ook zien dat het klonen van mensen niet voor niets is verboden.


Ook de structuur in het boek spreekt mij erg aan. Het boek is verdeeld in drie delen. In het eerste deel zijn speelt het verhaal zich af in het ‘nu’. Het tweede deel speelt zich eerder af. De jeugd van Victor Hoppe wordt hierin beschreven. In het derde en laatste deel speelt het weer af in het ‘nu’, maar vinden er wel drastische veranderingen plaats en komt het verhaal tot een schokkend einde. De structuur maakt dat het boek makkelijker te begrijpen is.


Ik vind de voortdurende aanwezigheid van het geloof wat minder, omdat dat me niet zo interesseert. Hoewel de godsdienst een belangrijk deel uitmaakt van het boek, aangezien Victor Hoppe denkt dat hij Jezus is, maar een hekel heeft aan God, had het van mij wel iets minder gemogen.  


Kort gezegd: De Engelenmaker is een fascinerend boek vol roddels, wetenschap en godsdienst. Het is zeker een aanrader. 

zaterdag 2 maart 2013

'De Weduwnaar' door Kluun

'De Weduwnaar'
Ik vond het boek 'Komt een vrouw bij de dokter' een erg mooi boek en besloot om daarom het vervolg erop ook te lezen. Ik was benieuwd hoe Stijn de dood van Carmen zou verwerken en hoe zijn leven verder zou gaan. De boeken zijn beide op dezelfde manier ingedeeld en ook het taalgebruik is hetzelfde. Toch vond ik 'Komt een vrouw bij de dokter' een mooier boek. Ik leefde meer mee met de personages dan in dit boek.

Beschrijving:
Deel I: Stijn
Stijn belooft Carmen om goed voor zijn dochter, Luna, te zorgen. Maar dit gaat niet goed. Hij raakt verslaafd aan de drugs en duikt met veel vrouwen het bed in. Zo denkt hij Carmen te kunnen vergeten. 

Deel II: Stijn & Luna en Roos
Stijn krijgt als advies van de therapeute om naar Australië te gaan met Luna. Alleen Luna kan hem helpen met het verwerken van de dood van Carmen. Hij boekt meteen een reis naar Thailand en daarna naar Australië. Hij besluit om Roos ook mee te nemen naar Thailand. 

Deel III: Stijn & Luna
Stijn geniet van de tijd met Luna in Australië, maar mist Roos ook. Stijn beseft dat hij bang is voor de liefde en dat hij van Roos houdt. Hij besluit om Roos te vragen over te komen naar Australië. Als Roos aankomt, is de toekomst weer begonnen.

Thema:
Het belangrijkste thema in het boek is de liefde. Stijn ontdekt dat hij al zijn hele leven bang is voor de liefde en daarom vreemd gaat. Alleen in de laatste twee weken voor de dood van Carmen beseft hij hoeveel hij van haar houdt en hebben ze de mooiste tijd. 

'Luna kan jou leren hoe fijn het is om van iemand te houden. Je weet toch nog wel hoe fijn het voelde om voor Carmen te zorgen in haar laatste weken? Luna kan je dat gevoel weer teruggeven. Door voor haar te zorgen ontdek je de kracht van de liefde weer.' (citaat, blz. 80)


Stijn besluit op advies van Roos weer naar de therapeute te gaan. Dit zegt de therapeute, Nora, tegen Stijn. Ze vertelt hem dat alleen Luna hem kan helpen bij het verwerken van Carmens dood en hem kan helpen om de liefde weer te voelen. 


'Ik moet accepteren dat ik de Stijn die zijn hart durft te geven niet naar boven heb kunnen brengen. De Stijn die zijn hart durft te geven bestaat wel, dat heeft iedereen gezien. Carmen was de laatste weken zielsgelukkig. Ik hoop dat het iemand anders, misschien wel iemand in Australië, lukt om die Stijn weer te ontmoeten.' (citaat, blz. 156)


Roos wil niet dat Stijn haar sms't, wanneer hij in Australië is. Ze wil tijd voor zichzelf. Stijn blijft haar sms'en en ze besluit een lange mail te sturen waarin ze vertelt dat ze van Stijn houdt, maar geen Stijn wil die zijn hart niet durft te geven. Ze wil niet dat Stijn steeds weg blijft lopen van de liefde. Stijn denkt hier dagenlang over na in Australië en beseft dat hij wel van Roos houdt. 


Personagebeschrijving:

Stijn is de belangrijkste personage in het boek. Hij ging vreemd toen Carmen nog leefde en nu gaat hij nog steeds met iedereen naar bed om te vluchten voor zijn verdriet. Ik begrijp dat hij zijn verdriet niet onder ogen durft te komen, maar het is dom om ervoor te vluchten. Door zijn gedrag raakt hij ook zijn beste vriend, Frenk, kwijt. Uiteindelijk beseft hij zelf dat hij dom bezig is en dat hij er voor zijn dochter moet zijn. Ik vind het goed van hem dat hij alleen met zijn dochter naar Australië gaat om zoveel mogelijk tijd met haar door te brengen. 
Ik denk dat ik wel vrienden met Stijn zou kunnen worden, omdat hij een goed persoon is en het beste wil voor zijn dochtertje en de mensen om wie hij geeft. Aan de andere kant zou ik zijn gedrag niet accepteren.

Taalgebruik:
Kluun gebruikt makkelijk taalgebruik. Hij is heel direct, waardoor het goed te begrijpen is. Ik vind dat zijn relaties met vrouwen wel minder uitvoerig kon worden beschreven. Het is af en toe een beetje te grof. 

'Weet je wat? Ga voortaan maar lekker met die schapen neuken!' (citaat, blz. 42)

Gevoel/ boodschap:
Tijdens het lezen van het boek, leefde ik erg mee met Stijn ook al deed hij domme dingen. Ik had medelijden met hem dat hij zijn vrouw was verloren.
De boodschap die ik uit het boek heb gehaald is: als je van iemand houdt, je het aan diegene moet laten zien.

Vragen:

- Wat vind je ervan dat Stijn vlucht voor zijn verdriet?
- Wat zou je doen in de situatie van Roos?


dinsdag 1 januari 2013

De donkere kamer van Damokles: Motto, titelverklaring en lofrede

Motto
Deze motto staat achterin het boek, het is geschreven door Ludwig Wittgenstein:

“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is. 

Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
-Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat”

Deze motto slaat op Henri Osewoudt die maar niet kan aantonen dat Dorbeck bestaat. Ook slaat dit op de zoektocht naar zijn eigen identiteit. 


Titelverklaring

De donkere kamer verwijst naar een kamer waar foto's ontwikkeld worden, maar ook naar de cellen waarin Osewoudt verblijft. Ook slaat het op onzekerheid, eenzaamheid en isolement. 

Damokles slaat op de uitdrukking 'Het zwaard van Damocles'. Damocles was een hoveling die van de tiran voor een dag koning mocht zijn. Hij kreeg een zwaard boven het hoofd die hing aan een paardenhaar. Hij wist dat het er hing, dit hing er om hem duidelijk te maken wat voor dreiging er boven een staatshoofd hangt. Deze dreiging staat voor de dreiging die ook boven Osewoudts hoofd hangt. 


Lofrede

Hoewel ik sommige stukken langdradig en saai vond, vond ik het over het algemeen een best spannend boek. Er waren veel gebeurtenissen in het boek, naar mijn idee iets te veel, waardoor het ingewikkeld werd om te begrijpen, maar ik was wel steeds benieuwd hoe het af zou lopen. Meestal gaf het een verrassende wending aan het verhaal.

Ik vond het verhaal leuk geschreven. Hermans gaf aparte beschrijvingen aan alle dingen. Hierdoor moest je nadenken tijdens het lezen, wat soms ook lastig was. Sommige dingen waren moeilijk te begrijpen, misschien omdat het verhaal lang geleden geschreven is. 

Osewoudt vond ik overkomen als een koel persoon en hij had weinig zelfvertrouwen. Ik kom me moeilijk in hem verplaatsen, maar dit maakte hem ook weer een interessant persoon.


Ik vond het onrealistisch dat Osewoudt allerlei dingen ging doen voor een man die hij niet kende. Osewoudt zag hem als een voorbeeld. Hij wilde zoals hem zijn. Waarschijnlijk deed hij daarom al deze dingen voor Dorbeck.

Het einde vond ik heel onduidelijk. Ik snapte het niet helemaal. Het was heel rommelig. Misschien om zo extra te benadrukken en duidelijk te maken dat Osewoudt altijd in chaos leefde. Dat hij Marianne niet meer heeft gezien, vond ik wel verrassend. Ook dat hij doodgeschoten werd vond ik verrassend. Ik had dat einde niet verwacht. Misschien was het wel beter dat hij doodging, omdat hij toch nooit zijn onschuld had kunnen bewijzen en kunnen aanduiden dat Dorbeck heeft bestaan. Ik vind het wel jammer dat nog steeds niet duidelijk is of Dorbeck ooit bestaan heeft, dat had ik wel graag willen weten.

De donkere kamer van Damokles


Telkens als Osewoudt uit school komt, ziet hij een bord met 'inhalen verboden'. Dit bord staat aan de ingang van de hoofdstraat van Voorschoten. Dit bord komt meerdere keren voor in het boek, vandaar dat ik deze foto bij het boek vond passen. 

Op deze foto staat een donkere kamer waarin foto's worden ontwikkeld. Osewoudt ontwikkelt ook foto's voor Dorbeck in een donkere kamer. 

Dit is een foto van een sigarenwinkel. In het boek heeft de vader van Osewoudt een sigarenwinkel. Als Osewoudt volwassen is, neemt hij deze winkel over. 

Deze foto slaat op Osewoudt en Dorbeck. Ze lijken precies op elkaar, alleen Osewoudt heeft blond haar en Dorbeck zwart haar. Later in het boek verft Osewoudt zijn haar zwart om nog meer op Dorbeck te lijken. 

Dit is een leica. Osewoudt moet foto's ontwikkelen voor Dorbeck, maar als hij dit probeert, krijgt hij allemaal vlekken te zien. Hij durft ze niet op te sturen dus hij besluit een leica te kopen en zelf foto's te maken  van militaire objecten.
Een foto van een pistool, omdat Osewoudt meerdere keren een moord moet plegen in opdracht van Dorbeck. Osewoudt doet dit allemaal voor Dorbeck, omdat Dorbeck zijn voorbeeld is. 

Willem Frederik Hermans

Ik denk dat het boek 'De donkere kamer van Damokles' over een man, Damokles, gaat. Ik denk dat het boek zich in de Tweede Wereldoorlog afspeelt. De donkere kamer slaat op een gaskamer waar de Joden in werden vergast in de oorlog.

Willem Frederik Hermans (Amsterdam, 1 september 1921 – Utrecht, 27 april 1995) was een Nederlands fysisch geograaf die vooral bekend is geworden als schrijver. Hij wordt met Gerard Reve en Harry Mulisch gerekend tot De Grote Drie, de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse auteurs.
Herman werd geboren in het Diaconessenhuis aan de Overtoom in Amsterdam. Hij groeide op in een Amsterdams onderwijzersgezin. Herman bleef altijd in de schaduw van zijn zus Corry staan. Zijn vader zei dat hij niets kon en dat hij meer op zijn zus moest lijken. Echter werd Corry maar 21 jaar oud, omdat ze zelfmoord pleegde toen de Duitsers Nederland binnenvielen in 1940. Ook haar neef Piet Blind deed dat, met wie ze een geheime relatie had. Herman was toen 18 jaar. Zijn leven veranderde ook in andere opzichten.
De dood van zijn zus markeerde ook een ander punt: de Tweede Wereldoorlog. De oorlogsjaren en de zelfmoord van zijn zus versterkten het beeld dat hij van de wereld had: dat de wereld chaotisch is.  
Deze traumatische ervaring en zijn gevoel van achterstelling en miskenning zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn schrijverschap. Het is in ieder geval een veelvuldig terugkerend thema in zijn werk. Verwijzingen naar de zelfmoord van zijn zus komen in twee romans duidelijk voor: in Ik heb altijd gelijk (1951) en in Herinneringen van een Engelbewaarder (1970). Ook in De donkere kamer van Damokles wordt verwezen naar zijn zus, het hoofdpersonage in het boek heeft namelijk een relatie met zijn nicht.
Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam, in dezelfde klas als Reina Prinsen Geerligs. Op aandringen van zijn vader koos hij voor een studie sociale geografie die hij in september 1940 begon aan de Gemeente Universiteit, maar in 1941 stapte hij over op fysische geografie. Op 9 april 1943 haalde hij zijn kandidaatsexamen. Hermans weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen en moest zijn studie daarom staken.
Hermans werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende literaire tijdschriften, onder meer aan Criterium en Podium. Hierin werden delen van zijn eerste romans gepubliceerd die veel stof zouden doen opwaaien in het Nederlandse literaire wereldje en daarbuiten. Reeds tijdens de oorlog experimenteerde hij al veel met zijn drang tot schrijven. Hij trouwde op 4 juli 1950 met Emmy Meurs, een Surinaamse, met wie hij in 1955 een zoon kreeg (Ruprecht).

In 1971 werd aan Hermans de P.C. Hooft-prijs toegekend, die hij weigerde.
In 1977 ontving hij in Brussel uit handen van de Belgische koning Boudewijn de Prijs der Nederlandse Letteren. Hermans zag dit als de belangrijkste en meest eervolle bekroning van zijn werk, vooral, omdat dit ook een blijk van waardering was in zijn geliefde België. Als kenner en liefhebber van de Franse taal en cultuur voelde hij zich in het Bourgondische België altijd erg thuis.
Zijn werk bestaat voornamelijk uit romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Ook heeft hij enkele gedichten en toneelstukken geschreven. Daarnaast geniet hij enige bekendheid als fotograaf en maker van collages.
Hermans overleed in het voorjaar van 1995 in het Utrechts Academisch Ziekenhuis. Op 1 mei is hij in dezelfde stad op Daelwijck gecremeerd.