zaterdag 7 juni 2014

"Essayistiek is een spel van dankbare schatplichtigheid" - Sebastiaan Kort

Samenvatting

De laatste essay van Willem Jan Otten heet 'Niets heb ik van mijzelf' en gaat over de schrijver van essays, Kees Verheul. Toch probeerde hij erachter te komen wat hij van Kees Verheul had. Dit was een manier om zijn dankbaarheid te betuigen. Achteraf realiseerde hij dat Kees Verheuls essayistiek bij uitstek een uitdrukking van dankbaarheid is. 
Een prijs krijgen betekent dat degenen die hem je geven jou bedanken. Elke dank vraagt weer om een nieuwe dank. De verleiding is reëel om niet bij iemand of bij iets te stoppen met bedanken.
Essayistiek is een spel van dankbare schatplichtigheid. De essayistische zucht gaat gepaard met het verlangen om gedachten te delen, te ontlokken en te genereren. 
Elke gedachte komt voort uit iets anders. Ieder besef is een herinnering. Dit is een manier om jezelf voor te stellen als een onuitputtelijk reservoir van besef. 
Durven is een cruciaal voor een essayist. Het gaat immers om je gedachten en mening te verwoorden; jezelf bloot te stellen. Aan angst heb je niets bij het schrijven van een essay.

Mening

Ik vond het een interessante tekst om te lezen. Ik heb nooit nagedacht over wat een essay eigenlijk precies inhield. Ik denk dat de schrijver van dit essay goed heeft verwoord hoe je het beste een essay kan schrijven, namelijk door te durven. Ik denk dat dat belangrijk is om te beseffen.

maandag 2 juni 2014

Karel ende Elegast

Het verhaal

Karel ligt te slapen als hij wakker wordt van een stem. Een engel vertelt hem dat hij uit stelen moet gaan. Eerst wil Karel geen gehoor geven aan de opdracht, omdat een koning nou eenmaal niet steelt. Als hij de stem voor de derde keer hoort, beseft hij dat God hem deze opdracht geeft en dat hij niet anders kan dan gehoorzamen. Hij gaat ongezien op pad en beseft tijdens zijn reis dat hij zijn trouwe ridder Elegast te zwaar heeft gestraft voor een klein vergrijp. Dan ontmoet hij een donkere ridder die hij verslaat in een gevecht; dit is ridder Elegast. De koning stelt zich voor als Adelbrecht (van adellijke geboorte). Adelbrecht stelt voor om bij de koning (dus hij zelf) in te breken, maar Elegast verwerpt dit voorstel. Hij is en blijft trouw aan zijn vorst. Ze besluiten samen om bij Eggeric, de zwager van Karel, in te breken. Elegast vermoedt al snel dat Adelbrecht geen echte dief is, omdat hij de ploegschaar wilt gebruiken om in de breken. Elegast gaat alleen naar binnen en wordt daar gewaarschuwd door een haan, door middel van magische kruiden, dat de koning in de buurt is. Elegast waarschuwt Adelbrecht en wil naar huis, maar Adelbrecht weigert.
Nadat ze een grote buit hebben, maakt Adelbrecht aanstalten om te vertrekken, maar Elegast wil eerst het kostbare zadel van Eggeric stelen. Eggeric wordt wakker door het lawaai van de belletjes aan het zadel. Zijn vrouw, de zus van Karel, probeert hem te kalmeren en dan vertelt Eggeric wat hem zo onrustig maakt: hij wil Karel op de hofdag om het leven brengen. Op dat moment wordt zijn vrouw ontzettend kwaad en slaat hij haar een bloedneus. Elegast bevindt zich nog steeds in de kamer en vangt een druppel bloed in zijn handschoen als bewijs voor het plan van Eggeric. 
Als Eggeric weer buiten is, vertelt hij Adelbrecht wat Eggeric van plan is. De koning beseft nu waarom God hem liet stelen. Elegast durft de koning niet onder ogen te komen en daarom stelt Adelbrecht voor om het plan aan de koning te vertellen en hij keert terug naar het kasteel. Op de hofdag beschuldigt Karel Eggeric van verraad en doet ene beroep op Elegast als getuige. Hij laat de bebloede handschoen zien. Elegast daagt Eggeric uit tot een tweegevecht om te zien wie gelijk heeft. Ze blijken evenwaardige tegenstanders. Karel bidt tot God en uiteindelijk doodt Elegast Eggeric. Hij wordt in ere gesteld en mag trouwen met de weduwe van Eggeric, de zus van Karel.  

Helaas is de schrijver van Karel ende Elegast niet bekend. 

Het verhaal Karel ende Elegast behoort tot het genre van de ridderromans. Kenmerken van de voor-hoofse ridderromans, die ook in dit verhaal duidelijk naar voren komen, zijn trouw aan God en aan de leenheer, moed en kracht en de geringe aanzien van de vrouw. Daarnaast behoort het verhaal tot de Karelepiek, een tijd in de Middeleeuwen waarin Karel de Grote keizer was. In deze verhalen wordt het centrale personage op een avontuur gestuurd, dat zal leiden tot inzicht en wijsheid. Dit kenmerk is ook goed te zien in Karel ende Elegast, waarin de keizer zelf op avontuur wordt gestuurd door God. 

Een brief aan Elegast

Beste Elegast, 

U bent verbannen uit het rijk van uw vorst Karel de Grote, vanwege diefstal. Nu bent u een roofridder. U bent verder gegaan met stelen, terwijl dat de reden was dat u verbannen bent uit het rijk van de vorst. Het is niet logisch, maar u moet toch ergens van leven. Het feit dat u niet van armen steelt, is al heel wat. Rijke mensen kunnen immers best wat missen om de armen in leven te houden. 
Nu bent u vannacht een ridder tegengekomen, namelijk Adelbrecht. U heeft gestreden en daarna zijn jullie samen op pad gegaan. Adelbrecht had u voorgesteld om bij de vorst in te breken, maar u houdt zich aan uw woord. U blijft trouw aan uw vorst. Daarna besluiten jullie om bij Eggeric in te breken, wat blijkbaar een goede set was. Hierdoor bent u erachter gekomen dat hij geen goede man is. Hij wilt uw vorst vermoorden, wat u uiteraard te gek voor woorden vindt. U besluit het tegen Adelbrecht te vertellen die vervolgens de koning op de hoogte zal stellen. Ik denk dat u het zelf kan vertellen. U heeft immers bewijs dat Eggeric iets van plan is. De koning zal u geloven en zal de verbanning ontdaan maken. U zult niet meer hoeven stelen en uw vorst zal weer vertrouwen in u hebben. U heeft immers zijn leven gered. 
Ik zal u vertellen waarom ik dit zo zeker weet. Adelbrecht deed zich voor als iemand anders; hij was namelijk uw vorst, Karel de Grote. 

Hoogachtend,

Hendrik

Een brief van Elegast aan Hendrik

Beste Hendrik,

Ik ben geschokt over wat ik lees. Ik snap niet hoe ik heb kunnen missen dat mijn vorst voor mij stond. Nu ik erover nadenk, heeft de vorst mij vertrouwd. Hij wilde immers in zijn eigen kasteel inbreken, maar ik weigerde. Was er een reden dat mijn vorst mij in vertrouwen nam? Ik heb immers zijn vertrouwen geschaad. Ik was verbannen en er zou toch een reden moeten zijn die ervoor heeft gezorgd dat de koning mij in vertrouwen nam? Ik begrijp het niet! 
Ik heb gezegd dat ik altijd trouw blijf aan mijn koning en dat veranderd niet. Na deze gebeurtenis zal ik nog meer mijn best doen. Blijkbaar ziet mijn vorst in dat mijn verbanning niet juist was. Hij zag in dat ik mijn best deed om trouw te blijven aan hem. Ik zal nu ook gelijk stoppen met roofridder zijn. Ik vind het verschrikkelijk om te doen, ik wil niet dat mijn vorst mij nog een keer zou verbannen. Ik zal ook zeker het bewijs van Eggerics plan aan de koning laten zien. Misschien dat mijn verbanning dan ongedaan zal worden gemaakt, zoals u zegt. Ik moet en zal zijn leven redden. Ik heb geen andere plichten meer, maar dit is toch wel de belangrijkste plicht en opdracht die ik in mijn leven heb gekregen en zal krijgen. Ik zal dit niet verpesten en zal altijd in het krijt staan bij de koning. Ik ben dankbaar dat u deze brief heeft geschreven!

Hoogachtend, 

Elegast