donderdag 13 maart 2014

Literatuurgeschiedenis 'De 18e Eeuw'

Krinke Kesmes, een vroeg imaginair reisverhaal

De Verlichting is de ontwikkeling van nieuwe ideeën op allerlei gebieden, zo ook in de literatuur. Een nieuw genre dat zich ontwikkelde waren de imaginaire reisverhalen. In deze verhalen werden reizen beschreven naar landen, gebieden en volken die niet bestonden. De auteurs in de Verlichting gebruikte dit genre om te dromen over betere en rechtvaardige samenlevingen. De auteurs schreven hun ideeën op over hoe een rechtvaardige samenleving eruit hoort te zien en leverde kritiek op de huidige samenleving. 

Verlichte schrijvers kozen voor onbewoonde eilanden om een nieuwe samenleving op te bouwen. Hierbij lieten ze zien dat niet de persoonlijkheid van de persoon, maar zijn zelfvertrouwen en werklust belangrijk zijn voor het opbouwen van een nieuw bestaan. Het onbewoonde eiland werd gebruikt, zodat er niets in de weg stond voor de opbouw. De persoon had dan alle vrijheid om de eigen ideeën voor het opbouwen van zijn imperium te gebruiken.  

Krinke Kesmes
Dit tekstfragment laat zien dat de jongen geniet van de totale vrijheid en niet lui is of zijn gezonde verstand verliest. Hij brengt binnen de kortste keren een structuur aan in zijn leven en bouwt een kleine beschaving op. Deze roman leert dat de autoriteiten vertrouwen moeten hebben in de burgers en hun vrijheid moeten geven. Het leert dat de burgers echt niet hun gezonde verstand verliezen en er een chaos ontstaan in de samenleving.


Vernieuwing op het toneel 

In de Zuidelijke Nederlanden deden vooral amateurs zelf aan toneel. Er waren particuliere toneelgezelschappen en elk dorp of stad had een rederijkerskamer die stukken schreef, bewerkte en opvoerde. Bijna alle stukken waren religieus gericht, meestal bloedige, katholieke martelaarsdrama's. 
In de Noordelijke Nederlanden daarentegen was het verboden om religieuze stukken op te voeren, omdat dit tot discussies en ruzies zou leiden. De druk van de protestantse kerk was enorm groot en er werden dan ook geen stukken opgevoerd op zondagen en christelijke feestdagen. Door dit strenge toneelklimaat werden er maar weinig oorspronkelijke stukken geschreven en opgevoerd. 

Er kwam verandering in het toneel door de opkomst van het burgerlijke treurspel. Deze gingen niet meer over Bijbelse en klassieke helden, maar over het leed van de gewone burgers in de moderne, verlichte tijden. De burgers konden zich dan ook beter identificeren met de personages. 

Pieter Langendijk en het Frans-Classicisme
In de tijd van Pieter Langendijk viel het niet mee om een huwelijkspartner te vinden zonder contactadvertenties, relatiebemiddelingsbureaus en chatboxen. Ook Langendijk zelf trouwde pas op late leeftijd. Hij schreef blijspelen over de liefde, omdat hij en vele andere mensen met hem niet snel een huwelijkspartner konden vinden. Misschien wilde hij met zijn verhalen mensen hoop en moed geven dat er wel degelijk een partner te vinden is, voor iedereen. 


Sara Burgerhart: roman in brieven

De briefroman is een roman waarin het verhaal wordt verteld door middel van brieven die verschillende personages aan elkaar schrijven. De briefroman betekende een kleine revolutie in het genre roman, het was iets totaal nieuws. In avonturenromans draaide alles om avontuur en anekdotes, terwijl in de briefroman de gedachten, gevoelens en psychologie van de personages centraal stond. 

Brieven zijn heel geschikt om een verhaal te vertellen, omdat je zo echt in het hoofd van de personages kan kijken. Je leest hoe ze zich voelen, hoe ze denken en hoe dat invloed heeft op het verloop van het verhaal. Het is zo mogelijk om je beter te identificeren met de personen, omdat je precies weet hoe ze zich voelen. Dit maakt het verhaal makkelijker leesbaar en interessanter. 

Sara Burgerhart
De les die Wolff en Deken aan hun lezers willen meegeven is "eerst denken, dan doen". Deze levensles komt ook duidelijk naar voren in hun verhaal over Sara Burgerhart. Sara is te naïef geweest om met R. mee te gaan, want als ze eerst had nagedacht, dan wist ze dat ze niet op tijd terug zou kunnen zijn voordat de stadspoorten zouden sluiten. Sara is een jonge vrouw en volgens Wolff en Deken is dit de reden dat ze nog naïef is. Ze heeft goede opvoeders nodig om haar de weg te wijzen en te waarschuwen wanneer dat nodig is. 


Kinderliteratuur

Van Alphen was de eerste die erin slaagde om in 1778 een echt Nederlands kinderboek te schrijven. Voor het eerst werd in kindertaal Nederlandse problemen bij Nederlandse kinderen beschreven. Elk gedichtje gaat over herkenbare situaties met aan het eind een wijze les. Dit was ook de reden dat de kinderboeken van Van Alphen zo succesvol waren.

Kinderliteratuur was eigenlijk net zo leerzaam voor de ouders als voor de kinderen. Veel schrijvers maakten namelijk van de gelegenheid gebruik om politieke standpunten in hun teksten te verstoppen. 

De kleine Grandisson
Karel Grandisson is een voorbeeldig jongetje. Hij is solidair en laat zich leiden door de juiste emoties, hij is behulpzaam en mededogen. Door het contrast met zijn ondeugende broer, komt het voorbeeldige gedrag van Karel extra naar voren. Één heldendaad van Karel is het redden van een gewonde man. Hij verzorgt de eerste hulp en zorgt voor onderdak voor de man. Als Karel een dag later thuiskomt, wordt hij de hemel ingeprezen. Dit boek leert kinderen dat de behulpzaamheid een goede eigenschap is; kinderen spiegelen zich daadwerkelijk aan Karel. 


Literatuur en revolutie

In de periode van 1780 tot 1795 werd de politieke pers geboren. Het was voor het eerst dat het publiek een stortvloed kreeg aan verschillende politieke meningen. Alle informatie en de verschillende meningen zorgde ervoor dat het publiek een mening kon ontwikkelen over de actuele gebeurtenissen en de politiek. 

In die tijd was Nederland jarenlang verdeeld in twee partijen die recht tegenover elkaar stonden: patriotten en orangisten. Een van de origineelste en bekendste literaire-politieke bladen was Janus, die zich specialiseerde in het bekritiseren van deze politieke partijen. Janus was een beschermgod met twee gezichten die ieder een kant opkijken. Dit tijdschrift is dat ook Janus genoemd, omdat de patriotten en orangisten tegenover elkaar staan en dus beide een andere kant opkijken net als de gezichten van de beschermgod Janus

Jacobus Bellamy als patriottische dichter

Jacobus Bellamy was één van de populairste dichters van Nederland. Bellamy had een passie voor de literatuur en deed dan ook niets liever dan schrijven. Hij droeg onder andere bij aan tijdschriften, maar werd beroemd met zijn poëzie. Hij had naast literatuur ook een grote passie voor de politiek en in Utrecht werd hij dan ook een politiek activist. Hij publiceerde politieke gedichten wat hem tot de literaire propagandist van de patriotten maakte. Bellamy was dus een grote bijdrage voor de ontwikkeling van de publieke opinie. 


Multiculti: literatuur in de koloniën

Mauricius was een dichter die gouverneur was in Suriname. Hij publiceerde zijn dichtbundel pas na terugkomst in Nederland. Op de terugreis schreef hij het gedicht Gezang op zee waarin hij beschreef wat Suriname allemaal aan hem te danken had. Hij was voor de slavernij. Daarentegen waren Van Hoogendorp en Haafner het totaal niet eens met de manier waarop slaven behandeld werden. Zij vonden dat de slavernij afgeschaft moest worden en dit beschreven zij in hun verhalen 

Het toneelstuk Kraspoekol van Van Hoogendorp werd in 1801 in het Haagse schouwburg gespeeld. Daar moest het toneelstuk al na de eerste akte worden gestaakt, omdat het zoveel weerstand in het publiek veroorzaakte. Aangezien het publiek uit Nederlandse mensen bestond, denk ik dat de Nederlanders niet gezien wilde worden als slechte mensen. Ze wilden niet inzien dat de slaven zo onmenselijk behandeld werden. 

Jacob Haafner
Het idee was dat de Europeanen de Verlichte mensen waren en die hun kennis over moesten dragen aan de Aziaten, maar Jacob Haafner zag dit niet zo. Hij vond dat alle mensen gelijk waren ongeacht huidskleur en geloof. De Aziaten waren mensen die elkaar vertrouwde, elkaar gelijk behandelde en niet discrimineerde. Haafner vond dan ook dat de Europeanen iets zouden moeten leren van de Aziaten.


Goena Goena - P.A. Daum

Goena-goena verwijst naar witte of zwarte magie; de geheime oosterse krachten die niet te begrijpen zijn voor het westen. De Nederlanders zouden hier te nuchter voor zijn, terwijl de inheemse bevolking in Indonesië heel traditioneel is. Nederland heeft goena-goena vooral leren kennen via de literatuur. In de 19e en 20e eeuw zijn er vele boeken geschreven over de magische kracht in Indonesië, zo ook door P.A. Daum, die het boek ‘Goena-Goena’ schreef. Deze roman uit 1887 verscheen eerst als feuilleton in het Bataviaasch Nieuwsblad en is rond 1930 herontdekt door Du Perron en Ter Braak. De roman geeft in naturalistisch-realistische stijl een kleurig beeld van het koloniale leven.

Daum was een van de eerste naturalistische schrijvers in Nederland, geïnspireerd door de schrijfopvattingen van Zola, met een speciale aandacht voor de werking van het (Indische) milieu op de mens. Hij verzette zich tegen het idealiserende en moraliserende proza van die tijd en streefde naar een meer objectieve en realistische vertelwijze, in een journalistieke stijl, waarin de dialoog een belangrijkere rol speelt dan de beschrijving.

'Goena-goena' is de roman die het derde en laatste deel van de 'Verzamelde Romans' vormt, geschreven door P.A. Daum. In deze roman draait het om een inheemse vrouw, Betsy, die ongelukkig getrouwd is met Den Ekster. Ze laat zich door haar baboe Sarinah met allerlei tovermiddeltjes bijstaan. Als Den Ekster sterft, is het onduidelijk of dit aan Sarinahs duistere praktijken te wijden is. Pogingen om vervolgens de getrouwde notaris Bronkhorst voor zich te winnen, lopen op niets uit als Bronkhorst ontwaakt uit zijn begoocheling. 

De belangrijkste thema’s in het boek zijn de goena-goena, de zwarte magie en hun uitwerkingen en bedrog en roddels. De Europese samenleving in Indië bestond, volgens de romans van Daum, uit een levendig circuit van roddels. Er moest altijd wel ergens een schandaal op handen zijn of uit alle macht voorkomen worden. Nadat de vrouw van de notaris enkele anonieme briefjes ontvangt, waarin wordt beschreven dat haar man en Betsy een relatie hebben, ontkent Bronkhorst dat hij een affaire met Betsy heeft. Als het drankje eindelijk is uitgewerkt, ziet Bronkhorst in dat hij nooit van een andere vrouw dan zijn eigen vrouw gehouden heeft. Betsy was aardig en leuk om muziek mee te maken, maar hij heeft nooit liefde voor haar gevoeld. Het boek heeft een goed einde, wat zeldzaam is voor Daum. Zijn meeste romans hadden een fatale afloop of een ondergang, omdat het realisme dan meer tot zijn recht kwam. Het einde van goena-goena is duidelijk en verwijst terug naar het thema, de titel. De slotzin van de roman is: "De goena-goena is uitgewerkt". 

Goena-goena heeft een redelijk simpele verhaallijn. Het is een chronologische verhaal en bevat geen flashbacks of flashforwards. Het schetst wel, net als zijn andere boeken, een realistisch beeld van de situatie in Indonesië. Daum was fel tegen het Nederlandse beleid in Indonesië en beschreef dit dan ook in de krant waarbij hij werkte en later ook in zijn boeken. Ook in goena-goena komt dit naar voren; een Indonesische vrouw heeft de 'macht' over een Nederlandse man. Dit is ook een goed voorbeeld van de emancipatie van de vrouw, die Daum vaak in zijn boeken beschreef. 

Hoewel de roman uit de 19e eeuw komt, is het niet moeilijk te lezen. Er staan wel Indonesische en Franse woorden in, maar met de woordenlijst achter in het boek is het toch te begrijpen. Ik vond het juist wel interessant dat de Nederlandse, Indonesische en Franse woorden door elkaar werden gebruikt. De Indonesische woorden maken dat het boek een echte Indonesische sfeer heeft, samen met de realistische beschrijving van Daum. In de roman is sprake van een alwetende verteller, waardoor je de gevoelens van elke persoon kan ‘meevoelen’. Dit maakt het wel moeilijker om je te identificeren met één van de personen.

Eerst had ik verwacht dat het boek ongeveer hetzelfde zou zijn als ‘De Stille Kracht’ van Louis Couperus, maar dit bleek niet zo te zijn. ‘Goena-Goena’ en ‘de Stille kracht’ hebben letterlijk dezelfde betekenis, maar beide schrijvers hebben het op een andere manier uitgewerkt. In ‘De Stille Kracht’ is de magische kracht onzichtbaar, maar in Goena-Goena wordt de magie gecreëerd door de toverdrankjes van Sarinah.

Ik vond ‘Goena-Goena’ een leuker boek dan ‘de Stille Kracht’. Ik denk om het feit dat ik de Stille Kracht veel moeilijker geschreven vond en niet goed begreep. Aan het begin moest ik ook even in het verhaal van Goena-Goena komen, maar het verhaal sprak me meer aan en het de taal was niet moeilijk, ondanks dat het een oud boek is.