
Het boek zit vol met roddels. Als Victor Hoppe met zijn drieling na lange tijd weer terugkeert in het dorp, begint het roddelen van de bewoners in het dorp. Iedereen heeft zijn eigen theorie over de bijzondere drieling. Dit maakt het moeilijk, maar spannend, omdat de lezer ook niet weet wat er aan de hand is met de drieling. Pas in het derde deel van het boek kom je te weten waarom de drieling nooit buiten komt, waarom ze zo klein zijn en zo snel verouderen.
Het wetenschappelijke deel in het boek vind ik erg interessant. Het klonen is heel realistisch, omdat er in deze tijd ook veel onderzoeken naar worden gedaan. Dit boek laat zien dat er gevaren zijn bij het klonen van mensen. De gevaren maken het boek spannend en interessant, maar laten ook zien dat het klonen van mensen niet voor niets is verboden.
Ook de structuur in het boek spreekt mij erg aan. Het boek is verdeeld in drie delen. In het eerste deel zijn speelt het verhaal zich af in het ‘nu’. Het tweede deel speelt zich eerder af. De jeugd van Victor Hoppe wordt hierin beschreven. In het derde en laatste deel speelt het weer af in het ‘nu’, maar vinden er wel drastische veranderingen plaats en komt het verhaal tot een schokkend einde. De structuur maakt dat het boek makkelijker te begrijpen is.
Ik vind de voortdurende aanwezigheid van het geloof wat minder, omdat dat me niet zo interesseert. Hoewel de godsdienst een belangrijk deel uitmaakt van het boek, aangezien Victor Hoppe denkt dat hij Jezus is, maar een hekel heeft aan God, had het van mij wel iets minder gemogen.
Kort gezegd: De Engelenmaker is een fascinerend boek vol roddels, wetenschap en godsdienst. Het is zeker een aanrader.